Apollo,s kermis-gift aan de Haagsche vermaaks-gesinde jeugd. Deel 1
(1750)–Anoniem Apollo's kermis-gift– AuteursrechtvrijStem: Silvester in de Morgenstond.KOm Galathe, myn Ziels-Vriendin,
Die my kroond met uw Liefde
En die ik met myn ziel en sin
Bemin, sints gy my griefde
Met Schigten, die uw lief gesigt
Tot in myn Hart kwam schieten,
| |
[pagina 116]
| |
Met schigten waar dat al wat leeft voor swigt:
Dog die my doen genieten
Het grootste zoet, dat myn gemoed
Oyt heeft gesmaakt
En dat my hier thans op der Aard het aldermeest vermaakt.
2. Gelukkig noem ik my dan vry
By zoo veel zugtelingen,
Die van hun Liefstens noit zo bly
Nog vrolyk konden singen:
Maar altoos sugtend' dag en nagt
Steeds mymeren en kwynen:
En stadig storten Minneklagt op klagt
En hunne sinnen pynen:
Ja self door 't Veld,, in 't hart bekneld.
Gaan suffend heen
En zien'er uyt gelyk een Geest,
Door al hun droef geween.
3. Wel aan dan Galathe! wyl gy
My uwe min wild tonen;
Set u hier neder aan myn sy'
En laten wy, ô schoone!
Eens kussen dat het klinkt door 't Woud
En dan eens helder drinken.
De Min en Wyn het al in wesen houd
En doet de druk versinken.
Sie zo! dat smaakt,, en het vermaakt:
Nog eens hier van:
Uw Damon is noyt moe gekust,
Neen hy 's een dubbeld Man.
|
|