Apollo,s kermis-gift aan de Haagsche vermaaks-gesinde jeugd. Deel 1
(1750)–Anoniem Apollo's kermis-gift– AuteursrechtvrijStem: Wanneer de Son in 't Morgenrood.ô Vryheyd! vaar voor Eeuwig wel;
want ik moet u verlaten.
Ik word vervoerd door droef gekwel;
Men dwingd my nu te haten.
Ik ben verwonnen door de min,
Des ban ik u uyt mynen Sin,
'k Moet my na 't Noodlot voegen.
De Mensch staat vaak gelyk een Bal
Voor slagen van het ongeval,
En moet zig vergenoe...gen.
2. Een Minnaars hert is als een Schip,
Nu laag, dan by de Wolken.
Vaak vresend voor een blinde klip
En grondeloose kolken.
Syn sin is hier, zyn Hert is daar;
Nu bly, dan dugtend' voor gevaar
Wringt hy zyn bleke handen.
Gefoltert op de Liefde-Zee;
Onwetend waar 'k sal lan...den.
|
|