Apollo,s kermis-gift aan de Haagsche vermaaks-gesinde jeugd. Deel 1
(1750)–Anoniem Apollo's kermis-gift– Auteursrechtvrij
[pagina 64]
| |
Stem: Berger Trompou&c.HElaas myn Godinne
Aanhoord eens myn klagt;
Myn Hert, Ziel en Sinnen
Die zyn in uw Magt.
'k Doe uw Offerhanden
Van een eerbiedig Hert,
Dat noyt in de Banden
Der min was verwerd,
Voor dat uw schoone oogen
Dat hadden doorwond;
Des toond dan meedoogen,
En maak my gesond.
2. Gy weet nu myn Kwalen,
Gy kend reeds myn pyn,
Myn sugten, myn dwalen,
Geeft my dan Medicyn.
Myn Hert berst door 't klagen:
Myn Ziel is ontrust;
Om u te behagen
Sterkt alleen myn lust:
Maar gy schynd te vlugten,
Wanneer ik u bid
Met tranen en sugten;
Wat wreetheyd is dit?
3. Wilt de wonden genesen,
Die gy hebt gemaakt;
Wild troostelyk wesen,
Dien zoo naar u haakt;
Wil hem Liefde betonen,
Wyl hy u bemind:
Gy kond hem belonen,
Als gy u verbind;
Want Liefde te dragen
Dat is groote pyn:
| |
[pagina 65]
| |
Als men van die plagen
Niet beloond kan zyn.
4. Kanik geen troost verwagten?
Roemwaarde Godin;
Zoo moet ik versmagten
En smelten door min.
Hoewel dat een minnaar,
Al lyd hy veel verdriet,
Steeds hoopt een Verwinnaar
Te wesen: Ey bied
Hem dan eens een kusje,
Van uw lieve mond,
Geneest my myn lusje,
Gy hebt my gewond.
|
|