Apollo,s kermis-gift aan de Haagsche vermaaks-gesinde jeugd. Deel 1
(1750)–Anoniem Apollo's kermis-gift– AuteursrechtvrijStem: Als de gulde Son ging dalen.MEend niet, Cloris! dat het kussen
Van uw Boesem, Mond of Kaak,
Kan myn Minnevlammen blussen,
Neen myn Engelin, ik haak
Door het zoet van dese Kusjes
Nog na zoeter Minnelusjes,
Als die ik tot nog genoot;
Ik haak eerder,, Nog veel meerder
Naar de weelde van uw Schoot.
2. Als ik besig ben met kussen
Van uw Boesem, daal ik staag
Dan met myn gedagten tusschen
Hembd en Vel neer na om laag,
Tot dat ik daar heb gevonden
't Regte middel voor myn Wonden:
't Middel dat myn leed weer mooy
Kan verwinnen,, En myn sinnen
Brengen in de oude plooy.
| |
[pagina 57]
| |
3. Mogt ik eens doen Offerhanden
In dien Tempel, alwaar ik
Dikwils met gedagten strande;
Ach! sag ik dat oogenblik,
Zo vol zoetheid, eens geboren!
Dat gy woud myn Bee' verhooren,
Ik verlang vol vuur daar na:
Kom myn Troosje,, geurig Roosje,
Gun my eens 't gewenste Ja.
|
|