Apollo,s kermis-gift aan de Haagsche vermaaks-gesinde jeugd. Deel 1(1750)–Anoniem Apollo's kermis-gift– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Verjaarsang aan Amira. Stem: O Kersnagt schoonder dan de dagen. Als ik aanzie de heldre Stralen. NU schept myn Sang-Godin behagen, Te singen op dien dag der dagen, Waar op Amira sag het ligt. Een dag voor ons van groote waarde, Wyl zy nu agtienmaal verjaarde: 't Geen elk tot vrolykheyd verpligt. 2. Ik breng geen Krans om 't hooft te kroonen: 't Saizoen verbied m' een Bloem te toonen: Wat Bloem zoud ook zoo heerlyk staan, Gelyk de Lelyen en Roosen Die op haar lieve Kaken blosen, En door geen Wintertyd vergaan. 3. 'k Wensch dat haar schoon zo lang mag bloeyen En steeds in volle luyster groeyen Tot een oneyndig Jaren-tal; Ja, tot zy moe van hier te leven, Haar eens ter plaatse sal begeven, Daar alle vreugd volmaakt zyn sal. 4. En wyl zy niet en schynd geschapen Om altyd dus alleen te slapen; Zoo wensch ik haar in 't kort een Man. Die wensch gaat voor alle zaken, Daar 's niet dat ons zo kan vermaken Van alles wat men wenschen kan. Vorige Volgende