Apollo,s kermis-gift aan de Haagsche vermaaks-gesinde jeugd. Deel 1
(1750)–Anoniem Apollo's kermis-gift– AuteursrechtvrijStem: Wanneer de son zyn Paarden mend.O Cloris tot wat droeve Staat,
Vind ik my nu gebragt;
Ik voel dat door uw lief gelaat
Myn vryheyd werd verkragt,
Uw byzyn doet my sugten,
En als ik uw weer mis, Leef ik vol ongenugten,
En vol bekommernis.
| |
[pagina 34]
| |
2. U Schoonheyd houd myn Ziel geboeyd:
Terwyl van dag tot dag,
Myn liefde al gestadig groeyd
En ik niet klagen mag.
Ik vrees u te mishagen;
Schoon my de nood gebied
Myn dienst u op te dragen,
Soo derf ik egter niet.
3. Wel aan, myn Ziel! hervat in 't end,
Eens wederom den moed,
Maakt Cloris uwe min bekend
En val haar glans te voet;
Zoo kund gy Ligt'nis vinden,
Wanneer die Schoone weet,
Dat zy is uw beminde,
En oorzaak van uw leed.
|
|