Apollo,s kermis-gift aan de Haagsche vermaaks-gesinde jeugd. Deel 1
(1750)–Anoniem Apollo's kermis-gift– AuteursrechtvrijStem: Als ik myn Phillis kussen mag.ALs Thirsis zag 't zoet Ooggestraal
Van Phillis, riep hy, kan men vinde,
Wel anders dan in 's Hemels Zaal,
Een zulken Schoon' als myn beminde.
| |
[pagina 28]
| |
2. Soo haast dit Phillis had gehoord
Wierd zy nog schoonder door het bloosen,
Ik ben al sonder dat bekoord
Zey hy, laat daarom vry dees Roosen.
3. En als zy met een lieve lach
Aanhoorende 't minnelyke vlyen;
Ik geef het Phillis, riep hy, ach!
Myn Ziel, wat wil ik langer by'en.
4. Hoor zey zy Thirsis, gy beklaagd
Uw Vryheyd, ik wil s'u dan weer geven,
Ach! (sugt hy) Engel lief, gy plaagd
Vergeefs, 'k wil in uw Banden leven.
5. Ô Aangenaam' gevangenis!
Hoe lieflyk streeld gy myn gedagten;
Myn eenigste verlangen is,
Gestadig in u te vernagten.
|
|