Antilliaanse Cahiers. Jaargang 5(1962)– [tijdschrift] Antilliaanse Cahiers– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 101] [p. 101] Weemoedig Het was in deze winter dat de neger met z'n lange rode mond mij zijn bananen aanbood. De barre besneeuwde weg waarop hij eindeloos voortsjokte, had hij volgestrooid met miljoenen blokjes ananas. En toen ik hem betaalde met een schitterend stukje tropenzon, lachte hij zacht en zeer weemoedig. Vorige Volgende