Antilliaanse Cahiers. Jaargang 5(1962)– [tijdschrift] Antilliaanse Cahiers– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 87] [p. 87] Nacht Ik noemde ze bij m'n volle bewustzijn amsterdamse bloemen terwijl ik de slagen telde van een klok die twaalf sloeg. Om één uur at ik haring en peinsde over brood. Bedwelming bracht mij nog later naar een fris verlichte bar waar ik mijn benen op kussens strekte en zilver telde uit m'n beurs. In een flits verscheen mij toen een adelaar nadat de jukebox mij had doen wenen. Vorige Volgende