Antilliaanse Cahiers. Jaargang 5(1962)– [tijdschrift] Antilliaanse Cahiers– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 64] [p. 64] Tjilaan Zo was de meloen verdeeld in tweeën. De ene helft was rood, de andere helft was geel. Uit de ene helft kropen wurmen, in de andere helft zat een treurige slak. En erboven gutsten klanken uit een gespleten gitaar die zingend weende. Groter dan dit alles verwijderde zich ervan de man Tjilaan, de man die bad in koele regen en sliep met 't gelaat bij geurend water wanneer de zon, hoog aan de hemel, tot de wereld sprak over de waarheid die als een razende windmolen en altijd bitter was. Vorige Volgende