Antilliaanse Cahiers. Jaargang 5(1962)– [tijdschrift] Antilliaanse Cahiers– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 41] [p. 41] Schipbreuk Ik zag Tjolinta met de rijst. Even daarna Vòzo met de schuit. Ze gingen elkaar evenaren, ze waren van plan te gaan varen na zich te hebben gevoed. Maar niemand kan vertrouwen hebben in 't weer, noch in 't bloed. De wind stak op vanuit zee en suisde aan de ramen van de lichte huisjes en sloeg 't scheepje stuk en verjoeg de witte rijst waarvan Tjolinta tezamen met haar Vòzo zich in de glorie van het leven zou hebben gevoed. Vorige Volgende