Kleine instrumenten, die glommen en heftige pijnen veroorzaakten, kwamen tevoorschijn, wanneer die rol openging. Een angstwekkende, meedogenloze man, die op school kwam, nog wel op verzoek van mijn vader en met instemming van mijn onderwijzer en oom, om daar met zijn onmenselijk werk een aanvang te maken. Ik moest in een willekeurige stoel gaan zitten en onder de strenge blik van mijn oom deed ik mijn mond open en dan spiegelde hij me voor, dat een stukje watten, in ether gedrenkt, elk begin van pijn zou verstikken. Zonder mededogen kwam de kies naar buiten, maar met weergaloze pijn; het pakje werd weer dichtgerold en onder zijn rechterarm geschoven, en de magere figuur met de uitstaande bakkebaarden ging naar de volgende patiënt. Ik geloof, dat de duivel zelf met ongewoon enthousiasme door mij zou zijn ontvangen, als hij in plaats van dat sinistere personage zich zou hebben gemeld.
Laten we hem nu dokter David Ricardo noemen en als bij toverslag wist diens vriendelijke, beminnelijke en sympathieke persoonlijkheid de indruk van de andere volkomen uit. Met een mooie, witte baard, zijn lichaam al getekend door de ouderdom, elegant gekleed zonder ooit te vergeten een bloem in zijn knoopsgat te steken, zit hij onveranderlijk iedere zondagmorgen op zijn stoel op de Plaza Bolívar in Caracas gedurende die heerlijke ochtendconcerten, het uur waarop de elite van de Venezolaanse hoofdstad daar defileert, wedijverend in een toernooi van gratie, kunstzinnigheid en schoonheid. Daar ontvangt de decaan van de Hollandse kolonie de eerbetuigingen van landgenoten en vrienden en voor iedereen heeft hij een glimlach, een grapje, een onderhoudend gesprekje, rake opmerkingen, wijze raadgevingen en interessante verhalen.
In zijn huis, in het privé-salonnetje, waar hij als kostbare