gouverneur en dat was meteen het laatste. Nooit heb ik die drempel meer betreden.
De dienst werkte zo bevredigend, dat enige tijd later een lijn werd gespannen naar Caracasbaai. Toen was het de directeur van Openbare Werken, die zich met de werkzaamheden belastte. Als ik me niet vergis, was het de heer Selhorst, gedurende de ambtsperiode van gouverneur Barge. De eerste concessie voor een publieke telefoondienst werd aan mijn vader gegeven, maar hij had het als directeur van de fosfaatmaatschappij ‘Ascención’ te druk en hij liet de termijn, gesteld voor de aanvraag van dit werk, verlopen.
Enkele jaren later vroeg en kreeg Abraham Ugueto de concessie en met een installatie die, naar ik meen, tweedehands was, legde hij de leiding aan, bijgestaan door zijn broer Pepe, die zoveel jaren met ons had samengewoond en zoveel goede herinneringen heeft achtergelaten. Abraham Ugueto verkocht de concessie aan mijn zwager René Araujo, die haar onder de technische leiding van Pepe Ugueto gehouden heeft tot zijn vroegtijdige dood. Van die tijd af tot ongeveer zes of zeven jaar geleden was mijn zuster Maria I. de Araujo eigenaresse. Nadat de termijn van de concessie was verstreken, nam het gouvernement deze dienst over. Dit is in een paar woorden de geschiedenis van de telefoon op Curaçao.
Het elektrisch licht is ook in ons huis geboren. Nauwelijks had Edison het gloeien van de kooldraad uitgevonden of mijn vader en mijn broer begonnen hun experimenten met het nieuwe licht. En op de dag, dat mijn ouders hun zilveren huwelijksfeest vierden, werd ons huis een kort ogenblik verlicht met kleine, elektrische lampjes, die hun stroom kregen van een batterij, die enige weken tevoren in een van de kamers van ons was geladen. Het effect was fantastisch en gouverneur