in het Fort Amsterdam - te kunnen zien. De kerk met haar piramide-dak en de haan boven het kruis, het dak dat door de heer Selhorst, eertijds hoofd van de Dienst Openbare Werken, vervangen werd door een paraboolvormig geval op een cilindervormige toren, die uit de toon valt en de architectonische harmonie van deze protestantse kerk heeft geschonden. De ‘kop’ van de ‘kerky’ kunnen zien, zoals de zwemmers dat onder elkaar noemden, stond gelijk met het behalen van een zwemdiploma. En ik meen te mogen zeggen, dat zo'n stout stukje uithalen bij een zee, die flink deint, inderdaad van ongewone bekwaamheid getuigde. Maar er waren nog grotere enthousiastelingen die op dit vroege uur naar ‘Fiane’, Vianen, liepen, aan het andere uiteinde van de stad, een afstand van ongeveer anderhalve mijl, om het plezier een half uur met de golven te kunnen worstelen.
De kuststrook van Pietermaai bood over haar gehele uitgestrektheid talrijke plaatsen, waar men zeebaden kon nemen, waarvan de families die er vlakbij woonden, dan ook druk gebruik maakten. Maar de zwemmers van ‘het woeste water’ verkozen het Rif, de Pen of Vianen. Vianen had een baai, waar de golfslag minder sterk was dan op het Rif, maar de Pen had een krachtige golfslag, terwijl in zijn ‘benewater’, binnenwater, lagunen of plassen het water volkomen rustig was. De wandeling, zelfs naar de Pen, was geen kinderspel, maar die naar Vianen was bepaald mannenwerk.
Er waren mensen, die niet van ruw water hielden. In de baai (Schottegat) waren voor hen geschikte plekjes, zoals ‘Motete’ en ‘Tra'i Seroe’, Motet en Achter de Berg. ‘Motete’ was een kleine haveningang, waar tegenwoordig de kade begint, waarlangs de Franse boten worden gemeerd en waar het handelshuis Maduro een kolenopslagplaats heeft. Het was een