| |
| |
| |
Verlovingen en huwelijken
In het maatschappelijk leven van vroeger was een verloving een ernstige en lang overwogen zaak, die enigszins het karakter droeg van een huwelijksverbintenis. Ik bedoel hiermee niet het ceremonieel - dat bestond vrijwel niet - maar meer de ernst waarmee men deze verbintenis aanging.
Wanneer een jongeman had besloten de stap te wagen, vroeg gewoonlijk de vader, of bij diens ontstentenis de moeder en zo ook deze ontbrak, iemand met voldoende poids om als vertegenwoordiger van de jongeman op te treden, toestemming aan de ouders van het meisje om 's avonds eens op bezoek te komen. Deze gewoonte, om van tevoren een bezoek aan te kondigen, had het voordeel, dat hiermee voorkomen werd - in die tijd moest een ieder nog lopen - dat men vergeefs een lange voettocht maakte. Wanneer het bezoek aangevraagd en toegestaan was, ging de vader - of beide ouders - keurig uitgedost, en meestal zònder de toekomstige verloofde, zijn opwachting maken. Na de hoffelijke, inleidende begroetingen, deelde hij mede, dat hij gekomen was om namens zijn zoon de hand van de dochter des huizes te vragen. Dit was niet meer dan een formaliteit, want was de verhouding tegen de zin van een van de betrokken families, dan eindigde zij merendeels vóór het officiële bezoek.
Wanneer het voorstel was gedaan, werd dit met een toepasselijk woord aanvaard en als de toekomstige verloofde er bij aanwezig was, placht men een ‘saloe’, heildronk, meestal een glaasje zoete likeur te drinken, waarna de jongeman als officieel verloofde erkend werd. Hij mocht dan op ieder uur van de dag bij zijn verloofde thuiskomen. Men onderbrak hem
| |
| |
nooit als hij sprak en het vertrouwen in hem was onbeperkt. En daarom was ik hoogst verbaasd te ontdekken, dat in Venezuela de verlovingen geheel anders tot stand kwamen. De families bemoeiden zich er daar alleen mee, als ze de zaak in de war wilden sturen. En wanneer de verloofde, die daarvóór zijn liefde alleen door de spijlen van het raam had kunnen uiten, tot het huis werd toegelaten, werden hem bepaalde dagen per week toegewezen en dan nog mocht het bezoek niet langer dan tot tien uur 's avonds duren. Gedurende het gesprek installeerde zich de moeder of een tante, of wie dan ook tot taak had de ‘verloofden te bewaken’, in een stoel vlak vóór hen en soms zelfs, zoals ik eens heb gezien, tussen hen in. Over het algemeen viel de brave oudere vrouw, zich voegende naar een ingeburgerde gewoonte, in slaap; zij vatte haar opdracht uitsluitend formeel op.
Op Curaçao werd het verloofde paar geen dwang opgelegd. Zij gingen vaak met vrienden uit, maar hun officieel prerogatief was een wandeling bij maanlicht naar Plantersrust, langs de begraafplaatsen van Otrabanda. Arm in arm, dicht tegen elkaar aangedrukt, liepen zij heel langzaam, alsof zij hun wandeling tot in het oneindige wilden rekken. Zij liepen door tot de laatste stenen bank en na daar lang te hebben uitgerust, werd de tocht naar de stad terug ondernomen tot het huis van het meisje, waar de ouders nog op waren en op hen wachtten. De Venezolanen verwonderden zich op hun beurt over deze gewoonte van ons en konden niet van hun verbazing bekomen, als hun verzekerd werd, dat van deze vrijheid nooit misbruik werd gemaakt en dat, in geval al eens een verloving verbroken werd, dit voortvloeide uit te lange afwezigheid van de jongeman, die, nadat hij in een ander land zijn hart had verloren, de verbintenis met zijn verloofde beëindigde. En meestal was
| |
| |
dit tegen de zin van zijn eigen familie, die zo'n belangrijke rol had gespeeld bij het totstandbrengen van de verloving.
Natuurlijk werden niet alle verlovingen op deze wijze geregeld, hoewel dit wel de gebruikelijke gang van zaken was. maar min of meer kleine variaties kwamen voor. Ik zal u nu een verhaal vertellen over een zeer bijzondere verloving, en dit kan ik in bijzonderheden doen, omdat ik die van nabij heb meegemaakt.
Een jongeman, die wij X zullen noemen en het meisje, dat wij de naam A zullen geven, waren al op heel jonge leeftijd op elkaar verliefd geweest, zools twee kinderen dat kunnen zijn. Hij was weggegaan en na zijn terugkeer waren beiden al boven de twintig jaar. De twee families waren wel met elkaar bevriend geweest, maar nooit intiem. Natuurlijk zochten de verliefden elkaar weer op en al gauw kwam de jongeman weer een paar maal daags op bezoek. De vader van het meisje had nooit veel op gehad met X, maar de moeder was wel met hem ingenomen. Toen zij bij de familie van X terughoudendheid en koelheid bemerkte, probeerde zij de verloving officieel te maken en ze wees X erop, dat het tijd werd een beslissing te nemen. X, die het graag zou hebben gedaan, indien hij economisch onafhankelijk was geweest, was bang deze stap te wagen, maar durfde dat niet ruiterlijk te zeggen. Op een zondagmiddag, na de lunch bij A thuis, bracht de moeder met meer klem dan ooit de kwestie weer te berde. Na veel woorden te hebben gebruikt, meende zij de tijd gekomen tot daden over te gaan. Zij nam X bij de arm en sleepte hem naar de kamer van de vader, die na een uitgebreid maal en veel glazen wijn zijn zondagse middagslaapje deed. Terwijl mama de aanstaande schoonzoon naar de vader sleurde, bracht ze hem in energieke taal haar besluit aan zijn verstand. ‘Nu gaan wij het in orde
| |
| |
maken, want het is zo langzamerhand tijd geworden. Wij gaan naar de kamer van de oude en daar vraag je hem de hand van A’. Uit beleefdheid bood X geen weerstand, maar hij liep zich af te vragen, wat hij wel tegen de ‘oude’ moest zeggen, daar hij zich heel goed het zure gezicht herinnerde, dat de man trok, als hij hem alleen maar zag. Zij traden de kamer binnen. De vader lag op zijn zij te slapen, met het gezicht naar de muur en snurkte als een gebenedijde (ik weet niet waarom gebenedijden snurken, het is echter de geijkte uitdrukking en daarom gebruik ik haar). Toen zij binnen waren, moest de moeder de vader drie of vier keer roepen voor hij wakker werd. Dit gebeurde grommend, wat betekende, dat hij nog half sliep. Bovendien was hij bijziend en zonder zijn bril zag hij niets. Wel mag men aannemen, dat zijn gehoorvermogen normaal functioneerde. De moeder wendde zich tot de vader, terwijl zij X, die van zenuwachtigheid trilde, voor zich uit duwde. Op autoritaire toon zei zij: ‘Hier is meneer X, die je om de hand van A komt vragen. Hij beseft de ernst van deze stap, maar daar hij een serieuze jongen is, belooft hij dat alles zal gaan zoals het hoort.’
Hier zweeg Mama. De vader bewoog zijn ogen, opende en sloot ze weer als iemand die probeert te zien wat er gebeurt, vertrok zijn gezicht alsof hij wilde zeggen, wat voor de duivel is er toch aan de hand en gromde opnieuw. Mama liep vervolgens op het bed toe, draaide haar gezicht naar X en zei met een plechtige stem: ‘Vader zegt dat het goed is. Je mag je met A verloven, maar je moet hem beloven, dat het je ernst is. Laten wij nu A het goede nieuws gaan vertellen.’ Zij gingen de kamer uit en nadat Mama zich had schrapgezet voor dochterlief, zei zij: ‘Hij heeft je vader om je hand gevraagd en die heeft erin toegestemd; dus jullie hebben onze zegen,’ waarna zij rechts- | |
| |
omkeert maakte en wegging. Zo ziet u hoe X verloofd is geraakt, zonder zijn mond te hebben opengedaan.
Ik ken nog een ander geval, precies tegenovergesteld aan het eerste, maar dat ook buiten de beschreven normen viel. B was een knappe jongen en E een mooi meisje. Zij leerden elkaar kennen en onmiddellijk ontstond tussen hen een warme vriendschap. De moeder van E besloot de zaak te regelen en sprak er ernstig over met de jongeman. Deze peilde de gevoelens van zijn huisgenoten waarbij bleek, dat zijn vader bezwaren maakte, omdat het er niet naar uitzag, dat de jongen zelfs in een verre toekomst in staat zou zijn een vrouw te onderhouden. De moeder van E, een energieke en wilskrachtige vrouw, had het land aan omwegen en stapte naar het huis van de vader van B. Tijdens het gesprek bracht de vader de bezwaren te berde, waarvan ik u gesproken heb. Maar deze dame, die over middelen beschikte, deed onmiddellijk een oplossing aan de hand: ‘U en ik zullen hen helpen. En indien u dat niet kunt, doe ik het alleen.’ En het huwelijk werd gesloten. In dit geval werd dus voor het meisje de hand van de jongen gevraagd.
De bruiloften, hoewel deze meer spectaculair waren dan verlovingen, omdat er grote feesten mee gepaard gingen, waren uiteindelijk niets anders dan formele godsdienstige en/of burgerlijke aangelegenheden en buiten beschouwing latend de buitensporige pracht en praal, die er in onze dagen bij te pas komt, nog maar weinig veranderd. Een van de nieuwigheden van de laatste tijd is het bruidsbed. In mijn tijd was de sofa, die onder de spiegel was opgesteld, de ereplaats bij alle feestelijkheden. De bruidsbedden, die ik nu te zien heb gekregen, waren eenvoudigweg belachelijk en een pralerig vertoon van slechte smaak.
Ik zal niet spreken over de groots opgezette huwelijksfeesten
| |
| |
van tegenwoordig, want de moderne tijd heeft een dergelijke hang naar luxe geschapen, dat niet alleen bruiloften maar alle andere feesten veelal de financiële mogelijkheden van hem die ze geeft, te boven gaan. Ik ben er heilig van overtuigd, dat het niet de zuinigheid zal zijn, die de volken zal redden. Ik geloof echter, dat niemand meer moet uitgeven dan zijn bezit en inkomsten toelaten en daarom beweer ik, dat grote feesten noodlottig zijn voor hen die ze niet betalen kunnen en er door in schulden raken. Ik geef toe, dat ik van mijn onderwerp ben afgedwaald, maar ik wilde mijn mening hierover toch wel op papier vastleggen. Maar om op de bruiloften terug te komen: ze werden dus minder pralerig gevierd dan thans, ze bleven tot de familiekring beperkt. Behalve wanneer het schatrijke en grote families betrof, wier relaties en kapitaal andere mogelijkheden boden.
|
|