manier voorbereid om het huishouden te kunnen doen en haar eigen kleren te maken, terwijl de jongen een ambacht leerde dat hem bij zijn latere functie in de handel van nut zou zijn. Terloops zij hier opgemerkt, dat de vrouwenkleren in die tijd bijna altijd van goedkope stoffen werden gemaakt en men zich alleen voor het theater en voor speciale gebeurtenissen de weelde van satijn, zijde en fluweel veroorloofde.
De mooie maannachten waarin Curaçao zo rijkelijk deelt, noodden tot avondwandelingen en dikwijls kon men in die tijd op Pietermaai, Scharloo en Otrabanda gehele families tegenkomen, eenvoudig gekleed, de mannen met ‘pechi’, een pet, op, die rustig wandelend van de pracht van Vrouwe Luna genoten.
Het sociale leven was geanimeerd, maar men hield bijeenkomsten en dansfeesten altijd thuis; vandaar de grote zalen in elk oud Curaçaos huis en zelfs in de half-moderne woningen. Verjaardagen behoorden tot de meest gevierde feesten en een onmisbaar onderdeel van het sociale leven was dan ook het boekje, waarin alle geboortedata van vrienden en familieleden stonden opgetekend. Op zo'n verjaarsfeest ging het altijd opgewekt en genoeglijk toe. Ook een verloving of, zoals het in het Papiamento heet, het ‘doenamentoe di man’ - het geven van de hand - werd met een uitbundig feest gevierd. De huwelijksfeesten daarentegen verliepen bijna altijd vormelijk; er werd niet bij gedanst.
Bij deze feesten stonden kleine hoeveelheden drank op een tafel, meestal een fles brandy, een dozijn flesjes bier en altijd de zg. ‘Orgeat’, een in Frankrijk gefabriceerde orgeade van amandelen; dronkenschap kwam zelden voor.
In die tijd kon men op twee plaatsen ijsjes kopen, nl. bij ‘Chein’, onder het tegenwoordige Hotel Americano, en bij ‘Tein’ naast de huidige Botica de Lannoy in de Breedestraat op