Mededeling
De volgende bijdragen in dit nummer werden aan vroegere publikaties ontleend: Gesprek op Puda (uit Verzamelde Gedichten van Anton van Duinkerken, Prisma-uitgave, Spectrum, Utrecht 1957); Een Halfjaar op Bonaire (uit ‘Westwaarts’, reisverslag van Anthonie Donker, Wereldbibliotheek, Amsterdam 1956); De Spijker (uit ‘Beurs en Nieuwsberichten’, Curaçao 1954); Njam Njam (uit ‘Groot Nederland’, Amsterdam 1940); Aïeux (uit ‘Poètes Noirs’, Présence Africaine, Aux Editions du Seuil, Parijs 1951); Un Butishi Bashi (uit ‘La Prensa’, Curaçao, Kerstnummer 1949); Zwei Westindische Sonnette (uit Gesammeke Gedichte von Hanns Heinz Ewers, Georg Müller Verlag, München und Leipzig 1910); Camind'i Cruz (uit ‘De Stoep’, Curaçao 1948); Sjon Pichiri (uit ‘Lorito Real’, Curaçao 1954).
De vertalingen van ‘Hoofddoeken’ (blz. 16), ‘Spiritual’ (blz. 35), ‘Njam Njam’ (blz. 36) en ‘De Dode Soldaat’ (blz. 75) zijn geschied aan de hand van de oorspronkelijke tekst uit de volgende publikaties: Del Curazao que se va (Editorial Ercilla, Santiago de Chile 1935); Stemmen uit Afrika (Antilliaanse Cahiers, Amsterdam 1957); Antologia de Poesia Negra Hispano-Americana (uitgegeven door Emilio Ballagas, Aguilar, Madrid 1935); Antologia de Poesia Americana Contemporánea (uitgegeven door Dudley Fitts, met Engelse vertalingen, New Directions, Connecticut, U.S.A. 1947).
Wij maken tenslotte van de gelegenheid gebruik om onze erkentelijkheid te betuigen jegens allen die op enigerlei wijze medegewerkt hebben aan de totstandkoming van dit nummer.
red. antilliaanse cahiers