Antilliaanse Cahiers. Jaargang 3(1957-1959)– [tijdschrift] Antilliaanse Cahiers– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 75] [p. 75] Nicolàs Guillèn De dode soldaat Is hij door een kogel getroffen? Geen mens die het weet. Waar zou hij geboren zijn? De mensen zeggen in Jovellanos. Wie heeft hem hierheen vervoerd? Hij lag dood aan de weg. Aan de weg heeft men zijn lijk gevonden. Is hij door een kogel getroffen? Zijn meisje knielt aan zijn zij en kust hem. Zijn moeder nadert in tranen. De kapitein brengt een saluut voor de dode recruut en beveelt dan kort en bondig: begraaf hem. Ra-ta-tàt. Daar gaat de dooje soldaat. Ra-ta-tàt. Van de straat hebben zij hem opgeraapt. Ra-ta-tàt. Waarom treuren om een soldaat? Ra-ta-tàt. Wij hebben soldaten zat. Ra-ta-tàt. (Vertaling van Cola Debrot) Vorige Volgende