| |
| |
| |
Hein Roethof
Antilliaanse sonnetten
Curaçao
Onzichtbaar groeit het kruid, maar in twee dagen
kan rode kale grond er groen van zijn.
Als zonlicht even wijkt voor regenvlagen
krijgt een dor land van vruchtbaarheid de schijn.
Twee dagen hebben dit festijn doen slagen
en onvermijdelijk volgt daarop de pijn
voor wie niet overmaat van licht verdragen,
want zonnebrand krijgt alles wei weer klein.
Twee dagen maken van een mens een wezen,
dat zich bewust wordt van zijn levensloop
en nog eens twee doen hem alhaast weer vrezen,
dat hem niet anders rest dan ijdele hoop.
Misschien. Doch wat ons werkelijk heeft geraakt,
kan door getij noch tegenstroom geslaakt.
| |
| |
| |
Bonairiaanse grot
Het water zoekt de laagste plek
en sijpelt door de nauwste kloven,
speurt in de sterkste rots het lek
en tart de steen maar blijft niet boven.
Soms springt het uit een duister gat
te voorschijn om als kwik te blinken,
trippelt het over kiezels, blad
om elders weer in 't niet te zinken.
Het water laat zich niet beletten
de weg te gaan door 't lot bepaald,
een simpele druppel al stelt wetten
waartegenover wilskracht faalt
en nutteloos zich te verzetten
als de gevreesde stortvloed daalt.
| |
| |
| |
Campo alegre
De hoeren van het eiland groepen
keurig tezamen in een kamp,
want tussen deftige beroepen
in nette stad zijn zij een ramp.
Ziet ge die periscopen tasten,
die ankers rijzen uit de hiel,
die tepels glinsteren als masten
boven een fraai gewelfde kiel?
De hoer, die ons haar steven biedt
en zich tot in haar ruim wil geven
en mij die het fatsoen verbiedt
volgens een ijzeren wet te leven;
zit hier nog stof in voor een lied
of is het alles om het even?
| |
| |
| |
Saba
Saba. Uitgebluste vulkaan.
Statige rots uit zee verrijzend,
gedoemd daar eeuwig zo te staan
als vinger Gods ten hemel wijzend.
De lava heeft uw kale wand
tot paradijs eens doen ontwaken
waar bougainville en flamboyant
zich met de kolibri vermaken.
Helaas, het was verspild krediet
verlaten zijn uw zwavelgroeven
en wat uw kinderen behoeven
is meer dan wat uw gunst hun biedt.
Slechts de verstoktste heremiet
wil blijvend aan uw boezem toeven.
| |
| |
| |
St. Eustatius
Piraten en zeeschuimers maakten
u tot een oord van grote pracht,
als staten in hun voegen kraakten
steegt gij in aanzien en in macht.
Doch bleef er iets van al die weelde,
die edelstenen op uw kruin,
sedert het noodlot met u speelde,
uw pakhuizen herschiep in puin?
Sinds Rodney u heeft aangegrepen
en in Achilleshiel getast
verdwenen van uw ree de schepen
met hun zo waardevolle last
en rest er van uw oude trots
nog slechts de naam: De Gouden Rots.
| |
| |
| |
Pastorale
In de koenoekoe heffen de cacteeën
grillige vingers boven 't vlakke land
en ademen de penetrante, weeë
geur van de olie aan de c.p.i.m.-kant.
Zij proeven aan de kust het zilt der zeeën,
gedijen meer landinwaarts van het zand
of vlijen zich gelaten als gedweeë
badgasten langs het Piscaderastrand.
Een koppel geiten staat verveeld te knagen
aan blaren overstoven van het zout,
verloren in de schaduw van het lage
maar toch beschuttende mahoniehout,
even bewegend de maar al te grage
bek, die gestadig aan het landschap knauwt.
| |
| |
| |
St. Annabaai
Aarzelend schuift de schipbrug open.
Van het balkon van mijn hotel
zie ik de schepen binnenlopen,
de slanke tankers van de Shell.
Elk schip brengt aan de wal zijn groeten
en ook het fort strijkt traag zijn vlag;
zo pleegt de mens de mens t'ontmoeten
terwijl de ziel de ziel nooit zag.
Tientallen jaren hebben schepen
en fort elkaar dit aangedaan,
wie zal het ooit hebben begrepen,
tot in de kern hebben verstaan?
Een schip raakt niet licht overstuur;
waarom dan wachten op dat uur?
| |
| |
| |
Hato
De tropennacht spreidt zijn fluwelen vleugels
voorzichtig over het nog bevend hart
dat, moe van 't driftig rukken aan zijn teugels,
in hunkerende huivering thans verstart.
Tenslotte in 't stationsgebouw gezeten
scheen met de luwte van de avondlucht
de scherpte van het felle licht vergeten
en met de dag de zorg voor straks gevlucht.
Voor 't laatst is daar de sfeer om ons geweven,
- terwijl de klanken van het Papiament,
zinloze flarden, tussen tafels dreven -
die op de golfslag van een kort moment
ons eens nog naar elkaar heeft opgeheven
en aan het onvermijdelijke gewend.
| |
| |
| |
Rusteloos
Krachtens een marinetraditie tracht men her oude schegbeeld ‘De loden verrader’ bij ieder bezoek aan Willemstad naar Nederland te ontvoeren om het bij de eerstvolgende reis aan de firma Maduro terug te geven.
Ze waren dag en nacht in touw
en menigeen was van de wijs
want 't is en blijft een hele reis
Maar in het statige gebouw
tussen archieven, stoffig, grijs,
verwachtten zij opnieuw de prijs
O schegbeeld, rusteloze zoeker,
die nooit voorgoed is aangeland,
altijd met tijd en afstand woekert; -
verankerd in geen enkel strand
zwierft gij langs elke scheepvaartader;
men noemt u de loden verrader.
| |
| |
| |
Autonomie-monument
Steunend op eigen kracht doch met
de wil elkander bij te staan.
En niets ter wereld heeft belet
dat het ook ditmaal zo zou gaan.
Geen kind blijft aan de moederborst,
geen vogel in het warme nest
en eerder dan hun lief is wordt
die dorst naar avontuur gelest.
Nog rusten vogels op het bint
om uit te vliegen in spiraal.
Dit is van alles wat begint
Maar haast beziet een snikkend kind
de gruizels van zijn ideaal.
| |
| |
| |
Emmastad
Door een Oudhollands centrum glijdt de wagen
de brede weg op langs het Schottegat,
waar men na gindse helling reeds ziet dagen
de villawijken van een nieuwe stad.
Hier koos bedrijvigheid haar zetel
en klopt de rusteloosheid naast de rust,
staart een vervuilde schoorsteen, tank of ketel
op parken waar de bij de bloesems kust.
Smurrie en glans, het is altijd hetzelfde,
niet meer verrassend voor wie eenmaal zag
hoe men zelfs glanzend goud in bagger delfde,
bloedende vlieg verscheurt het fijnste rag
en ook een vrouwenlijf, het fraaist gewelfde,
wanstaltig werd als er de vrucht in lag.
| |
| |
| |
Boca tabla
De zee wringt zich in duizenderlei bochten
en dwingt haar golfslag dieper in de grot
en beukt de rotsen, die zich koppig zochten
te dekken tegen een onzeker lot.
En elke vloedgolf komt weer als het schot
van een pistool, en wordt opnieuw bevochten;
de harde stenen slaan het schuim kapot
dat glinsterend met de bodem lijkt vervlochten.
't Halfduister overheerst in de spelonken
en waar de lichtspleet glanst lokt het verderf
van druppels, die als diamanten blonken,
maar als granaten spatten op een werf
en gulzig schrokken tot de laatste scherf
gesteente in de bedding ligt verzonken.
| |
| |
| |
Rooi Catootje
Het oude landhuis staat en staart
alsof het lang vervlogen tijden,
een glimp op een vergeelde kaart,
tot confidenties kan verleiden.
Eens hebben slaven zich geschaard
op de plantages aan weerszijden
en met hun arbeid 't goud gespaard
waarvan de compagnie gedijde.
De tijd heeft hier niet stilgestaan
en trok zijn cirkels telkens wijder,
vroeg nieuwe vorm van samengaan
en ziet, reeds wijst uw begeleider
u 't grasveld waar eens heeft gestaan
el libertador, de bevrijder.
|
|