Antilliaanse Cahiers. Jaargang 3(1957-1959)– [tijdschrift] Antilliaanse Cahiers– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 53] [p. 53] LI En als het einder u ontnomen heeft aan hun speurende ogen zie, ze keren naar hun korven weder. de hoofdman roept de strijders op. de maagden komen ijlings van het veld, en op de paden waar gij stondt, schaart een heel koraal zich aan. het tamboe-geroffel roept niet op ten strijd, maar op tot hete dans: Lailila dans het lied der maan Tantanawa dans het lied van vreugde. Jacoubo dans het lied van dankbaarheid. Nioka dans het lied van onverschrokkenheid. en hun goden die door bomen en uit beddingen van waters gluren worden zacht en vriendelijk gestemd, en schenken u behouden vaart. Vorige Volgende