Antilliaanse Cahiers. Jaargang 3(1957-1959)– [tijdschrift] Antilliaanse Cahiers– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 54] [p. 54] LII En met hun dans weerklinken luid hun zangen, hun spirituals: Soon it will be done with the troubles of the world. hoor d'argeloze bidden voor zijn broeder, die hem verstoot zodra hij kan. hoor d'argeloze bidden: dat zijn broeder spoedig ook geen zorgen meer zal kennen. want d'argeloze zelf kent geen zorgen, de argeloze is te argeloos voor zorgen. en indien zij nog de daad van Kain gedenken dan trommelen zij hun goden toe: wil het hun vergeven, wil hun vrede schenken. wil zelfs hun slechte daden toch vergeven, geef hun rijkdom, wegen, huizen, geld; want heersers van het woud: Er zijn zo weinig Kains die weten wat zij doen. Vorige Volgende