Antilliaanse Cahiers. Jaargang 3(1957-1959)– [tijdschrift] Antilliaanse Cahiers– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 20] [p. 20] XVIII Volg mij, maar de binnenlanden worden hier haast ondoordringbaar stugger, hier toont het pad zich onbetreden door een schoeisel. hier wonen slechts de onbedwongen horden van het woud en krijsen alle dieren wilder. uit de dikste bomen van dit rijk zijn zware hutten hier verrezen. kwaadaardig houden allerwoeste negers, immerdoor de wacht. en weer een stem veel luider nu: ‘hier waken negers over de laatste resten van hun dromen, van hun eer.’ Vorige Volgende