Antilliaanse Cahiers. Jaargang 1-2(1955-1956)– [tijdschrift] Antilliaanse Cahiers– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 75] [p. 75] Ego De vreugde van het vieren maakt de mens zo moe hij hoopt steeds weer een vriend te zijn een tweeling mede-mens Hij weet niet uit te brengen vage wezen van het denkgevaar de eigen zeeën zwaartekracht in mening van den ander hij is van geest gescheiden en vertolkt pas later als hij nu gehandeld heeft Zijn eigen warmte wordt een muur een schutting voor het koude anders en een ieder's stralenkrans de gekken hebben geen ween de kiemen van een ziekte Vorige Volgende