Antilliaanse Cahiers. Jaargang 1-2

[p. 74]

Monaden

Ik heb er van gelezen
eerder gister nog beleefd
alles wat de dichters zeggen
heb je dat niet opgemerkt
dat weten in je leven
krachten spaart
vergeefs

Ik heb je dat gezegd
meer niet gesproken
in de ruimtebellen
komen wij steeds
te breken
wij kunnen maar staren
de ene bel in hetzelfde vocht
wordt niet ingehaald
daar zit ik in zie je
en jij

Nu kookt het water
zie ons allen jachten
je komt er toch niet boven
dwaze man
een druppel in de lucht
was eerst een bel in water
is dat je leven na de dood
het is wel heel iets anders
je ziel is afgekoeld
je wist te veel
en steeg te snel