Antilliaanse Cahiers. Jaargang 1-2(1955-1956)– [tijdschrift] Antilliaanse Cahiers– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 50] [p. 50] Middagdroom Het verlaten verre ochtendlicht woei naar de kusten van mijn droom en het brandde daar tot as de middagzon rustte in de bomen aan de baaien tot zij niet meer was Het ritme van de gore schaduwvelden in de avondblauwe wolkenmeren wekt het verlangen van de zoete nonnen maar het hart kan zich hier niet weren en ik ontwaakte in de hellebronnen Hete zoete narigheden in de slaap verdoezeld in de natte lakens dove loomheid van de droom en het kille heden werd gesust met een droeve dofheid nooit bewust In het vechten met de duistere daden wordt een wreed verleden niet helder maar sluipt het hart in en het diepe water tot wij gevangen liggen in de pijn van nooit meer te willen ontwaken Vorige Volgende