Antilliaanse Cahiers. Jaargang 1-2(1955-1956)– [tijdschrift] Antilliaanse Cahiers– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 48] [p. 48] Nachtstemming Verder heerst er 's avonds op het platje bij mijn raam als de wind maar even zingt en speelt een onbegrensd plezierig draaien van de geesten in de nacht Ik kan ze heel goed volgen als ik luister hoor ik altijd wat zij zijn dan ook allen onbeholpen zat en stoeien met de steentjes op hun lichte kinderbeentjes Hele rijen Pangevormde gekken gieren mee in grote kringedansen Als het sneeuwt tintelen de ogen door mijn raam naar binnen en dan had ik ook wel mee gemogen denk ik als zij 's morgens weggezogen worden door het rijke licht [pagina 49] [p. 49] Nachtgeboren naakte nare geesten zijn ze niet alleen de zoete beesten mogen 's avonds uit zij komen dan vertier verzadigd elke ochtend weer door te reizen op stralen naar de slaappaleizen van de zon Vorige Volgende