Mededeling van de redactie
De uitgave van de ‘Antilliaanse Cahiers’ beoogt schrijvers, geboren op de Antillen, of schrijvers, die hun inspiratie voor een belangrijk deel danken aan de Antillen, een forum te verschaffen.
Wij gaan uit van het standpunt dat de Antillen door historische oorzaken sterke banden onderhouden met Nederland en Europa, zo sterk dat het geestesleven van de Antillen ten dele een Nederlands kenmerk draagt. Anderzijds, hiervan zijn wij eveneens overtuigd, openbaren zich op onze eilanden ook andere, niet-Nederlandse invloeden. In de loop van deze uitgaven hopen we de lezers in staat te stellen ook deze invloeden nader te leren kennen. Het zal ons daarom dan ook een genoegen zijn ook auteurs, die zich van een andere in de Antillen gangbare taal bedienen, met name wordt hier gedoeld op het Papiament, Spaans en Engels, in de gelegenheid te stellen zich in deze cahiers uit te spreken.
Wij zullen er steeds naar streven, naast de herdruk van werken die reeds vroeger zijn gepubliceerd maar nog slechts een kleine verspreiding hebben gehad, ook publicaties te brengen die niet eerder zijn verschenen. Wij hopen aldus op de meest doeltreffende wijze bekendheid in Nederland met de Antilliaanse literatuur te bevorderen en tevens ook de literaire talenten op onze eilanden te kunnen stimuleren.
De eerste drie nummers waren aan introductie en herdruk gewijd. De volgende drie nummers zullen grotendeels in beslag worden genomen door het werk van een onzer belangrijkste jonge auteurs, een auteur, die zich met even grote behendigheid in de drie dimensies van het realisme als de vier dimensies van het surrealisme weer te bewegen.
Den lezers, en in het bijzonder de literaire talenten, zij een gelukkige en vruchtbare zomer toegewenst!
Redactie Antilliaanse Cahiers.
Den Haag
Curaçao
Juni 1956.