9,1 |
hoort na mijn bediet: luister naar mijn verklaring |
9,3 |
Ik heb tegenover haar geen enkele verplichting! |
10,1 |
dwoort: deze woorden |
10,2 |
gestoort: kwaad |
10,4 |
En liet hem in de gevangenis voeren |
10,5 |
houwen: gevangenhouden |
11,1 |
Wacht u: Pas goed op |
|
groot en cleyn: van hoge en lage stand |
11,3 |
Pas op voor dikke buiken |
Wie wil horen een goet nieu liet lijkt een neutrale aankondiging waarmee een zanger probeert de aandacht van het publiek te trekken, maar er is meer aan de hand: alle zes de liederen in het Antwerps Liedboek die zo beginnen, vertellen over (soms pikante) liefdesavonturen (zie ook al 162, 163, 164, 207, 209). De toehoorders zullen dus extra oplettend geluisterd hebben en ook hier werden ze niet teleurgesteld, al 218 is een van de liederen in het Antwerps Liedboek over een handige jonge vent van lage komaf die in de smaak valt bij een hoger gesitueerde vrouw (zie ook al 144, 164), soms zelfs, zoals in dit lied, bij meerdere tegelijk. Het verschil in stand maakt de situatie extra grappig, net als bij Claes molenaar die kinderen in heel de stad verwekt heeft (al 15). Hier wordt het komische van de situatie geaccentueerd door het opnoemen van de drie meisjes: eerst de voorname dochter, dan het kamermeisje en als derde de laagste dienstmeid. De schande van de drievoudige zwangerschap is zo groot, dat de vader niets anders kan doen dan de jongeman wegzenden. De jonge vrouwen zijn duidelijk de aanstichters van hun eigen onheil, want zij zijn gek op de knecht en laten hem niet alleen slapen (1,4-5). Dat laatste geldt zeker voor de dochter: de traditionele formulering voor de bijslaap (7,4) wordt gevarieerd doordat zij het is die de jongeman in haar witte armen neemt, en niet omgekeerd. Maar ook de huisknecht is niet van plan tot inkeer te komen, zoals uit zijn onbeschaamde antwoord op het voorstel van de landdeken op te maken is. Ook in de werkelijkheid trachtte de geestelijkheid wel de schade aan de goede zeden te beperken door zo'n losbandige jongeman te laten trouwen en deze gang van zaken moet bekend zijn geweest, zodat zowel zijn antwoord als ook de zware straf voor zijn weigering humoristisch werkten. Uiteindelijk loopt het dus niet goed
af met deze verleider, zoals ook Claes molenaar aan de galg belandde.
De tekst van Wie wil horen een goet nieu liet Van dat tHantwerpen nu is gesciet is alleen bekend uit het Antwerps Liedboek, maar het wordt in de wijsaanduiding van Souterliedeken 149 genoemd: Na die wise van Potteren.