Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar (2004)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar
Afbeelding van Het Antwerps liedboek. Deel 2. CommentaarToon afbeelding van titelpagina van Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.01 MB)

Scans (39.50 MB)

ebook (5.88 MB)

XML (1.57 MB)

tekstbestand






Editeurs

Dirk Geirnaert

Louis Peter Grijp

Hermina Joldersma

J.B. Oosterman

Dieuwke E. van der Poel



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar

(2004)–Anoniem Antwerps liedboek–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

199 Ic quam noch gisteravont

Verhalend lied. Een jongeling ziet al snel dat een schildknaap in werkelijkheid een verkleed meisje is.

1,3 uuter hagen: uit het struikgewas
1,4 pagie: schildknaap (vaak een persoonlijke dienaar van een man van hoge rang)
2,2 Mi verstaet!: Luister maar eens goed! (de verteller spoort de toehoorders aan goed naar het smeuïge vervolg te luisteren)
2,3 Mijn heer: (dubbelzinnig) De heer die ik als knaap dien, of: de man met wie ik het laatst heb geslapen
2,4 dolen: ronddwalen
3,3 visagie: gezicht
3,5 En: (kan onvertaald blijven)
4,2 Wat heeft iemand daarmee te maken?
4,4 Van de ene kroeg naar de andere
4,5 ghenoechte: plezier
5,2 hoenderdief: kippendief
5,3 achter die vesten: buiten de stadswallen (onder de stadsmuren)

[pagina 447]
[p. 447]

5,4 Om hun seksuele lusten te bevredigen
6,2 wi zijn ghemelt: iemand heeft ons verraden
6,3 (De stadswacht die het paartje ontdekt heeft, waarschuwt de vrouw)
6,4 spelen: stoeien
  uwen joncker: (dubbelzinnig) je dienstheer, of: de man met wie je slaapt
6,5 Alsof je daarmee je geld verdient (een hoer bent)
7,4 Moge God de boosaardige kwaadsprekers te gronde richten!

Spreuk

1sin: gemoed
3cuysch bevonden: door de mensen als kuis beschouwd worden
4u leet: uw problemen

 

Nauwelijks bekomen van de verbazing vertelt een ikfiguur wat hem gisteravond zomaar overkwam: uit het struikgewas kwam een bereidwillig meisje naar hem toe, bovendien nog verkleed als schildknaap! Zoals gebruikelijk bij een scabreus liedje is de verhaallijn slechts schematisch. De vermomming als schildknaap geeft aanleiding tot een spel met de aard van de diensten die de jonge vrouw haar heer en haar joncker bewijst. Zij schijnt nog geen hoer te zijn: zij begint van de ikfiguur te houden (5,5), maar als zij betrapt zijn, wordt zij wel gewaarschuwd voortaan niet meer zo laat buiten te zijn, omdat ze anders wel een prostituee lijkt. De hele situatie heeft veel weg van een erotisch sprookje en zal de mannelijke fantasie hebben geprikkeld.

Maar het lied lijkt ook afkeuring opgeroepen te hebben, blijkens de spreuk die direct op het lied volgt (zie ook al 40). Het is een vermaning tegen smerige praatjes, waarin ook het vertellen (zingen) van dit soort verhaaltjes wordt afgekeurd. De spreuk komt wat onverwacht temidden van de vele scabreuze liederen in dit gedeelte van het Antwerps Liedboek. In liederenhandschriften komen dergelijke spreuken vaker voor en misschien was de verbinding tussen lied en spreuk al gemaakt in de (handschriftelijke?) bron die Roulans gebruikte. Het is alsof iemand dit liedje te vrijmoedig vond en daarom een moraliserende spreuk gepast vond.

 

Dit tamelijk onbekende lied heeft twee sporen nagelaten in de contrafactuur: een navolging door de Vlaamse zot uit Haarlem (Van der Morsch 1596) en een geestelijk lied met gelijke strofevorm van Eduard de Dene, dat in zijn wijsaanduiding opmerkelijk genoeg de laatste strofe aanhaalt: Die dit Liedeken dichte /dat wasser een Jonghelynck. Een melodie is niet bekend.

Literatuur: Repertorium 2001, t3476.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken