4,3 |
Gebreect u: Hebt u gebrek aan |
5,2 |
En ook aan niets anders |
5,4 |
niet vinden: niet aanwijzen |
6,3 |
Maak het het kindje dan in alle opzichten naar de zin (zorg er goed voor) |
6,4 |
en: (kan onvertaald blijven) |
7,3 |
Maer: (kan onvertaald blijven) |
7,4 |
En: (kan onvertaald blijven) |
8,2 |
Zij heeft er naderhand grote spijt van gehad |
8,3 |
also saen vergadert zijn: zo spoedig getrouwd zijn |
8,4 |
En: (kan onvertaald blijven) |
9,2 |
Een fiere gelaet: Een gelaat vol zelfvertrouwen |
10,2 |
Dat zij beter op hun maagdelijkheid letten |
Het was te nacht, also soeten nacht is een wat raadselachtig lied, dat begint met zingende vogels, waaronder een nachtegaal met wilder tonghen en het eindigt met de raad aan meisjes om het willeken van hun minnaars niet te doen, wanneer ze hun minnaars willen houden. Daartussendoor wordt verteld over een ring, een schippertje, eten en drinken, een zwangerschap, en trouw en ontrouw. Naast deze welbekende motieven valt ook de traditionele verteltrant op, met veel uitbreidende herhaling (een zin wordt met een kleine wijziging herhaald, voordat de volgende stap in het vertelling gezet wordt (4,3-4 en 5,1-2; 5,3-4 en 6,1-2; 7,3-4 en 8,1; 8,4 en 9,1)). Het lied is niet eenvoudig te interpreteren, wat heel goed zou kunnen samenhangen met de wijze waarop het lied ontstaan is. Vooral de overlevering van de muziek vormt een aanwijzing dat het is opgebouwd met reeds bestaande elementen als bouwstenen, die door associatie in een bepaalde volgorde gezet zijn (iets soortgelijks zagen we reeds in al 69). Daaruit resulteerde het volgende verhaal: een schipper hoort een jonge vrouw klagen dat zij haar maagdelijkheid heeft verloren aan twee jongemannen, die haar ook een gouden ring ontnamen (strofe 1-3); de schipper biedt haar eten en drinken aan, maar daaraan heeft zij geen behoefte: zij is in verwachting en weet de vader niet te vinden (omdat zij met twee mannen gevreeën heeft en dus niet weet wie de vader is? (strofe 4-5)); de schipper adviseert haar goed voor het kind te zorgen, dan komt de liefde van de vader ook vanzelf (strofe 6); de vrouw wil advies inwinnen bij de nachtegaal (die ook in al 221 optreedt als gesprekspartner van een minnaar); de schipper blijkt, net als zijzelf, het gemis van een verloren liefde te kennen (strofe 8); dan besluit de vrouw om bij hem te blijven (ze zijn immers lotgenoten), hoewel zij haar eerste liefde niet zal kunnen vergeten; het lied wordt
afgesloten met de moraal.