Maria (1528) en Johanna (1535) in leven, drie (volgens sommige bronnen: vier) andere kinderen kwamen te overlijden. Uiteindelijk stierf Isabella op 1 mei 1539 in het kraambed, slechts 36 jaar oud. Pas na haar dood realiseerde Karel zich ten volle hoe groot dit verlies was: hij liet portretten van haar maken (onder andere door de beroemde schilder Titiaan die veel portretten van de Bourgondiërs gemaakt heeft) en hij is nooit hertrouwd. Naar verluidt is het een kwelling voor Isabella geweest, dat Karel voortdurend afwezig was: hij verscheen overal in Europa op het slagveld, maar zag zijn vrouw zelden. Vanaf 1528 regeerde zij bij ontstentenis van Karel over Castilië en ze deed dit zo vaardig dat ze zeer geliefd was bij haar onderdanen. Het lied prijst vooral haar zorg voor de armen (1,5 en strofe 2). Op haar sterfbed neemt zij afscheid van haar naasten, allen leden van het machtige Bourgondische huis.
Het Antwerps Liedboek bevat meer liederen over het sterfbed van een vorstin (125, 126, 184) en eenmaal van een legerleider (204). Het vroegste van die liederen is het lied van Maria van Bourgondië (al 126). De meeste verwantschap (wat betreft de tekst) vertoont dit lied met al 184, het lied over de dood van Catharina van Aragon.
Hoort toe al int ghemeyn is alleen in het Antwerps Liedboek aangetroffen. Wat betreft de melodie lijkt het lied te behoren tot een groep met dezelfde strofevorm met een beginregel die zich tot een publiek richt, zoals Hoort toe broeders al ghemeen, Een nieu liet wy heffen an en Een goet nieu liet al vant beghin (Van de verloren zoon). Voor geen van die liederen is echter een contemporaine melodie bekend.
Literatuur: Van de Graft 1904, p. 186-189; Brandi 1939, p. 421-422; Koldeweij 1993, p. 269-353; Blockmans 2000a, p. 166-168 en 170-171; Repertorium 2001, t3158.