houden van de liefde. Er is veel aandacht voor de pijn in het hart (1,4; 2,5; 2,7; 3,2; 3,5; 4,4; 4,8) en de minnaar hoopt spoedig te sterven. De zware last die de liefde kan zijn, wordt ook elders in het Antwerps Liedboek omschreven als het pack van minnen (hier: 5,5), maar de beeldspraak van de ‘ploeg van jaloezie’ (5,6-7) komt alleen in dit lied voor (wel vinden we in het vrolijke lied al 41 de uitdrukking Si sleepten te samen vrou Venus' ploech (4,4) als komische omschrijving van de geslachtsdaad).
Het lied (met een perfect rijmschema, ababbbcc) is volgens het opschrift van Jan Roulans oudt, maar het heeft blijkbaar niet te lijden gehad van de overlevering. Er zijn geen parallelteksten bekend die zouden kunnen helpen de ouderdom nader te bepalen. De melodie van Tyrannich werc vindt men bij Souterliedeken 41, Recht als een hart langt na een fonteyne. Voor zover bekend is deze melodie verder alleen gebruikt voor geestelijke liederen van protestantse signatuur: schriftuurlijke liederen, onder meer van Soetken Gerrits, Jan Fruytiers en David Joris (beide laatste met melodie overgeleverd) en een beschouwend lied van Dire Volckertsz. Coornhert.
Literatuur: Van Duyse 1903-1908, dl. 1, p. 400-402; Vellekoop en Gerritsen 1972, dl. 2, p. 108-109 en 233; Komrij 1994, p. 531-533; Repertorium 2001, t6327, m1040.