152 Te gherbeken binnen
Verhalend lied. Een overspelige edelvrouw wordt door haar man op heterdaad betrapt; hij laat daarop haar en haar minnaar terechtstellen.
1,1 |
In Gherbeken (mogelijk is Groesbeek (bij Nijmegen) bedoeld) |
1,2 |
een steenen huys: een ridderburcht |
1,7 |
Ze had haar zinnen gezet op de klerk die het schrijfwerk deed |
2,6 |
gaet spaceren in den wijn: uitstapjes naar de kroeg maakt |
2,7 |
En samen gaan vrijen in het badhuis |
3,4 |
Ben ik onschuldig! |
3,5 |
Ik ben nooit in het badhuis geweest! |
3,7 |
dick beloghen: dikwijls belasterd |
4,3 |
spade: laat |
4,5 |
Hij ging snel naar zijn eigen kamer |
4,7 |
Ze keken elkaar heel liefdevol aan |
5,5 |
Laat uw woede toch tot bedaren komen |
5,7 |
Dan zou u hun zelf met plezier de koele Rijnwijn inschenken |
6,3 |
Daar zult u nog eens goed over nadenken |
6,5 |
Hierover moet u goed nadenken |
Overspel met een bediende kan het onderwerp van een lichtvoetig lied zijn (al 144), maar hier is het bittere ernst. De echtgenoot confronteert zijn vrouw eerst met de geruchten dat zij met de klerk naar de kroeg en de stove gaat, beide plaatsen met een erotische bijklank. Zij ontkent echter. Als hij vervolgens doelbewust eerder dan verwacht thuiskomt, betrapt hij het paar op heterdaad. Zij probeert het te bagatelliseren, maar de echtgenoot is niet te vermurwen: hij laat beide geliefden in een zak stoppen en vervolgens in het water gooien, zodat ze verdrinken: een destijds vaker uitgevoerde vorm van doodstraf. Dit lied herinnert ons eraan, dat een man in de Middeleeuwen in principe het recht had, zijn ontrouwe echtgenote en haar minnaar te doden als hij (zoals in dit lied) hen op heterdaad betrapte.
Overspel was een geliefd thema in de laatmiddeleeuwse literatuur en ook in het Antwerps Liedboek zijn tragische en komische variaties op het thema te vinden (al 23, 35, 70, 71, 144).
Te Gherbeken binnen is alleen in het Antwerps Liedboek overgeleverd; de melodie is niet meer te achterhalen.
Literatuur: Roth 1977, p. 194-202; Repertorium 2001, t6294.