10,7 |
Maar daar (nl. dat zij hem vriendelijk aankijkt (10,6)) durf ik geen aanspraak op te maken |
11,1 |
Vriend, verlies uw geduld niet |
11,3 |
Men zet zo dikwijls iemand gevangen |
12,1 |
Venus' minne: beminde van Venus (aanspreking van de geliefde) |
12,2 |
Van: Vanwege |
12,7 |
O eerbare vrouw |
13,2 |
Nu op dit ogenblik |
13,3 |
toescrijven: geven |
13,7 |
Ik ben geheel en al aan u onderworpen |
14,1 |
scriven: beschrijven |
14,2 |
Wat kan mij gebeuren |
14,5 |
trouwe: (op grond van het rijmschema zou men dit woord in rijmpositie verwachten) |
14,7 |
Mijn leed kan me niet langer berouwen |
15,3 |
die: (nl. de vrouwen uit 15,1?) |
|
met trouwen: voorwaar |
15,4 |
betalen: (lijkt corrupt: hier is een rijm op -aect nodig) |
Na een introductie van de situatie (strofe 1) geeft dit lied een dialoog tussen een mannelijke ikfiguur en zijn geliefde weer. De man verzekert haar keer op keer hoe hij onder zijn liefde voor haar lijdt, maar aanvankelijk doet de dame alsof zij het zaakje niet vertrouwt: meent hij wel wat hij zegt? Gaandeweg weet hij haar echter te overtuigen van zijn integriteit en discretie en dan betuigt zij hem haar liefde (strofe 11,7, strofe 13). De wisselende refreinregels zijn functioneel in het handelingsverloop: de vrouw sluit elke strofe af met een aansporing om vooral hoofs te spreken (Weest huesch in uwen mont, met varianten); de man besluit aanvankelijk elke strofe met het refrein Druck moet mijn eyghen zijn (met varianten), waarmee hij benadrukt hoezeer hij lijdt onder de liefde. Als zij echter haar liefde heeft toegezegd, is zijn verdriet tot vreugde geworden: Laet vruecht mijn eyghen zijn (12,8, zie ook 14,8).
De dialoog tussen een man die zijn geliefde een aanzoek doet en een vrouw die hem op afstand houdt, is een bekend genre, dat niet alleen in liederen maar ook in instruerende teksten over de liefde (minneredes) voorkomt. De vrouw staat in principe niet afwijzend tegenover de man, maar haar terughoudendheid heeft een functie: de man wordt op de proef gesteld en kan daardoor hoofse deugden ontwikkelen (hier vooral standvastigheid en hoofs taalgebruik: zowel oprecht te spreken als te zwijgen over de liefde (9,7)). Zo heeft de liefde in dit type (voorbeeldige) teksten een veredelende uitwerking op de man.