3,3 |
Heb geen spijt van je liefde |
3,5-6 |
Ik maak je de keizerin van mijn trouw |
3,7 |
mer: (kan onvertaald blijven) |
3,8 |
Dier: Aan wie |
Dit liefdeslied bezingt de vreugde die een trouwe liefde brengt. Alleen al de aanwezigheid van de geliefde maakt de minnaar volmaakt gelukkig. Aan de andere kant beschrijft het lied ook de pijn die haar afwezigheid veroorzaakt, waardoor de tekst ook elementen van een liefdesklacht bevat.
al 136 is waarschijnlijk sterk getekend door de overlevering van de tekst. Het rijmschema is niet meer te bepalen en in het verlengde daarvan is de verdeling van de regels niet goed vast te stellen. Het voorkomen van woorden als dier (dir (1,1, 1,5 en 1,7)) en balde (1,9) wijst op een Duitse of Nederrijnse fase in de tekstgeschiedenis. Ook een andere versie van dit lied, overgeleverd in een handschrift uit Venlo (tweede helft zestiende eeuw / vroege zeventiende eeuw) getuigt daarvan. Deze versie is echter nog meer gehavend en helpt dus niet bij het vinden van een betere lezing van de tekst. al 136 en 137 zijn de enige liederen in het Antwerps Liedboek met drie strofen, een vorm die in Nederrijnse bronnen uit deze tijd frequent voorkomt.
In de contrafactuur heeft het lied geen rol gespeeld en een melodie is evenmin bekend.
Literatuur: De Haan 1999, p. 126-131; Repertorium 2001, t5828.