Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar
(2004)–Anoniem Antwerps liedboek– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 301]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Op 27 maart 1482 overleed te Brugge hertogin Maria van Bourgondië, pas 25 jaar oud, aan de verwondingen die ze enkele weken eerder had opgelopen bij een val van haar paard. Haar dood veroorzaakte veel beroering, vanwege de politieke implicaties, maar waarschijnlijk meer nog door de tragiek van | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 302]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
het overlijden van de jeugdige vorstin die een man en twee zeer jonge kinderen achterliet. Zij was de dochter van Karel de Stoute en diens tweede vrouw Isabella van Bourbon. Na Karels dood op 5 januari 1477 was zij de enige directe erfgenaam en werd zij hertogin van Bourgondië. Zij was daarmee de landsvrouwe van de Nederlanden. Niet lang daarna trouwde ze met de Habsburger Maximiliaan van Oostenrijk, de zoon van Keizer Frederik iii. In dit lied wordt Maria sprekend opgevoerd. Na de introducerende eerste strofe komt ze zelf aan het woord en neemt ze afscheid van haar geliefden, waaronder haar tweejarig dochtertje Margrite, de latere Margareta van Oostenrijk (de landvoogdes bij wie de kinderen van Isabella van Denemarken verbleven (zie al 125)) en haar vierjarige zoon, de latere Filips de Schone (strofe 5). Het lied geeft geen directe weergave van de werkelijkheid. Zo heeft haar echtgenoot Maximiliaan niet aan haar sterfbed gestaan. Ook het aanroepen van verschillende onderdanen heeft vooral een politieke achtergrond. Het Antwerps Liedboek bevat meer liederen waarin een vorstin (en ook eenmaal een legeraanvoerder) afscheid neemt van geliefden en onderdanen (zie de liederen 125, 184, 187 en 204), daarvan is dit lied waarschijnlijk het oudste. Inhoudelijk komt het lied overeen met de passage over Maria's sterfbed in een kroniek over haar regeringsjaren: Dit sijn die wonderlijcke oorloghen van den doorluchtighen hoochgheboren prince, keyser Maximiliaen. Hoe hij eerst int quam. Ende hoe hij Vrou Marien troude. Ook die kroniek verhaalt hoe Maria afscheid neemt van de mensen die haar omringen en van haar onderdanen. Het is onzeker of het lied dan wel de kroniek, het oudst is. In elk geval moet er welhaast een directe relatie tussen beide hebben bestaan. Het lied maakt een politiekgekleurde beschrijving van een belangrijke historische gebeurtenis toegankelijk voor een breed publiek.
O felle Fortuyne, wat hebdy gewracht is alleen uit het Antwerps Liedboek bekend. De strofevorm biedt niet veel houvast voor het vinden van een melodie, omdat hij vrij algemeen is. Elders in het Antwerps Liedboek komt deze strofevorm nog eens voor en wel bij Trueren so moet ick nacht ende dach (al 147). Op de bijbehorende melodie is O felle Fortuyne goed te zingen, maar er zijn geen harde aanwijzingen dat dit de bedoelde melodie is. Literatuur: Van der Graft 1904, p. 95-100; Jappe Alberts 1957, p. 152-156; Vellekoop 1985; Willaert 1995; Repertorium 2001, t5225. |
|