beschreven wordt (naast al 125 en 126, ook nog: 184, 187, 204). De beschrijving van dat tragische moment heeft steeds ook een politieke lading. Hier wordt de dramatische dood van de jonge koningin aangegrepen om enerzijds de nauwe familierelatie tussen Isabella en belangrijke Europese heersers onder de aandacht te brengen, en anderzijds om te onderstrepen dat de verdrijving van de Deense troon onterecht was (strofe 2; 3,3-4; 4,7-9). Opmerkelijk is de vierde strofe waarin Christiaan het woord neemt: hij belooft goed voor de kinderen te zullen zorgen en de Deense troon te zullen herwinnen. De kinderen worden in totaal maar liefst vijf keer genoemd (2,4; 3,7; 4,5; 5,8; 6,7). Daarin speelt zeker de tragiek mee van de jonge moeder die bij haar sterven haar kinderen achterlaat, maar ook het feit dat deze kinderen de potentiële opvolgers van de omstreden Deense troon zijn.
O radt van Avontueren is een zeer bekend lied geweest. Er zijn slechts twee optekeningen van de tekst bekend (behalve in het Antwerps Liedboek ook in het Aemstelredams amoreus lietboeck 1589), maar het lied is tientallen keren aangehaald als wijsaanduiding, tot ver in de zeventiende eeuw. Bekende liederen op de wijs van O radt van Avontueren waren onder meer O heere God leert ons beden (katholiek) en Hoort toe hoe Christus na Galileen (protestants), die zelf ook weer als wijsaanduiding werden aangehaald. Een navolging in het Antwerps Liedboek is al 184, waarin de gestorven koningin van Engeland wordt beklaagd, en ook al 139 is wellicht op dezelfde melodie gezongen.
Deze melodie is onder meer overgeleverd in het Devoot ende profitelijck boecxken (1539), in Fruytiers' Ecclesiasticus (1565, nr. 20, hier gebruikt) en in zeventiende-eeuwse katholieke bundels. Daarnaast zijn enkele meerstemmige zettingen bekend.
Literatuur: Van Duyse 1903-1908, dl. 2, p. 1569-1577; Van de Graft 1904, p. 153-157; Vellekoop en Gerritsen 1972, dl. 2, p. 92-93 en 218-219; Vellekoop 1985; Komrij 1994, p. 795-798; Repertorium 2001, t5645, m0644.