trekt. De vorm van dit lied komt precies overeen met die van rederijkersrefreinen zoals ze voor wedstrijden geschreven moesten worden: vier strofen waarvan de laatste een prince-strofe moest zijn en alle strofen eindigend met een of twee stokregel(s). Hier accentueert de tweeregelige stok het afscheidsthema. In de eerste strofe ontbreekt een regel, waarschijnlijk regel 6 (blijkens het rijmschema). Strofe 3 levert een mogelijke invulling voor deze ontbrekende regel: omdat 1,3-4 en 3,3-4 bijna woordelijk overeenstemmen, zal de oorspronkelijke 1,6 ook overeengekomen zijn met 3,6: Hier ende elders, aen elcken cant.
De tekst van Om een die liefste, die ic beminne kennen we alleen uit het Antwerps Liedboek. Voor enkele schriftuurlijke liederen wordt echter Adieu schoon Janneken als wijsaanduiding aangehaald; kennelijk genoot het liedje toch enige bekendheid. Via een omweg is zo ook de melodie te achterhalen. Het lied Hoort al te gaer, int openbaer uit de Veelderhande schriftuerlijcke liedekens (Antwerpen, 1552-1554) met wijsaanduiding Adieu schoon Janneken en refrein Compt al tot desen Advocaet heeft dezelfde strofevorm met karakteristieke binnenrijmen als Mensche misdadich, vol sonden smadich uit dezelfde bundel. Dat er sprake is van een contrafactrelatie wordt bevestigd door het refrein van het laatste lied, dat luidt Compt al tot desen medecijn (dokter). Fruytiers publiceerde in zijn Ecclesiasticus (1565) een (ander) contrafact op Mensche misdadich, met wijsaanduiding en muziek. Op deze melodie zal dus ook Om een die liefste, die ic beminne zijn gezongen. Deze is hier dan ook gebruikt.
In eerder onderzoek is al eens gesuggereerd dat de melodie van Souterliedeken 139, met de wijsaanduiding Princesselijck lief wy moeten scheyden, ick weet niet waer ick henen sal past bij al 123. De associatie met de vierde strofe van het lied over proper Janneken (Princersselijc lief, hoe moechdi mi vergheten? Ende ic was altijt so ghereet) waarop deze suggestie was gebaseerd, is echter wel heel globaal. Maar bij nauwkeurige vergelijking met de nu gevonden melodie uit Fruytiers blijkt de Souterliedekens-melodie wel degelijk verwant. Deze melodie is daardoor als een zinvol alternatief te beschouwen voor die uit Fruytiers' liedboek.
Literatuur: Mincoff-Marriage 1922, p. 195-196; Repertorium 2001, t5909, m0525.