5,4), het verdrietige hart (2,8; 4,6; 5,7), de onderwerping aan de geliefde (3,3), de nijders (4,4)), maar toch is de algehele toon verwachtingsvol, omdat het zien van de geliefde zoveel vreugde brengt (1,2; 1,8; 4,8; 5,8; 6,6) en omdat de minnaar hoopt op een goede afloop (strofe 6).
O tresoor, mijnder herten melodien is alleen bekend uit het Antwerps Liedboek, de strofevorm is uniek en van de melodie ontbreekt ieder spoor.
Literatuur: Oosterman 2001; Repertorium 2001, t5683.