Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar
(2004)–Anoniem Antwerps liedboek– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 283]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 284]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Vergeleken met andere meiliederen is dit lied opvallend instruerend van toon. De minnaars en de mooie vrouwen krijgen allerlei goede adviezen die haast als bevelen klinken: ga wandelen, edele vrouw, of: geef je niet over aan onbehoorlijk gedrag. Vermoedelijk was het lied bedoeld voor de officiële meiviering, waar ook de overheid bij betrokken was en waarbij een rederijkerskamer voor de teksten zorgde. Dat het hier om een lied voor zo'n min of meer officieel feest zou kunnen gaan, blijkt uit de afsluiting met een bede voor de Keizer (in 7,5-8), in dit geval Karel v (die in 1530 officieel tot keizer gekroond was door de paus). In dat opzicht komt het lied overeen met al 76, waar een meilied werd afgesloten met de bede voor Karel v en de magistraat en bevolking van Ieper (76:5-6). De minnaars wordt aangeraden om Thisbe na te volgen en bloemen te gaan plukken. Dit is een verwijzing naar een verhaal uit Ovidius' Metamorfosen (iv, 55-166, zie ook al 158): de geliefden Piramus en Thisbe mochten elkaar van hun vaders niet ontmoeten, maar toch spraken zij af buiten de stad. Dit plan leidde tot de dood van beide geliefden, maar op dat aspect doelt de dichter hier niet: hij maakt alleen een toespeling op de ontmoeting van de minnaars in de vrije natuur.
Het opschrift Op die selve wijse maakt duidelijk dat al 118 op dezelfde melodie werd gezongen als het voorafgaande lied. In de beginregels klinkt dat ook door (initiële ontlening). De strofevorm is echter niet helemaal dezelfde: het rijmschema is anders en het rijmgeslacht van de voorlaatste regel van elke strofe is hier mannelijk in plaats van vrouwelijk, zoals in al 117. Toch laat Met eenen nyeuen sange zich uitstekend zingen op de melodie van Met eenen droeven sanghe: door het melisme aan het einde van de voorlaatste regel is het geen enkel probleem dat er een onbeklemtoonde lettergreep ontbreekt. Als melodie is een variant gekozen van die welke is gebruikt voor al 117, afkomstig uit Gillis de Costers Blompot der gheestelijcker liedekens (Antwerpen, 1614), waarop het schriftuurlijke lied Babel is nu ghevallen werd gezongen. Met eenen nyeuen sange is alleen uit het Antwerps Liedboek bekend; het | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 285]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zal dan ook wel een contrafact zijn op Met eenen droeven sanghe en niet andersom, zoals de grotere populariteit van het laatstgenoemde lied suggereert. Literatuur: Van Duyse 1903-1908, dl. 1, p. 363-364; Ovidius 1998; Oosterman 2001; Repertorium 2001, t4584, m0528. |
|