Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar
(2004)–Anoniem Antwerps liedboek– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 277]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 278]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bij het politieke conflict dat de achtergrond van dit lied vormt, speelt de onafhankelijkheid van Bretagne een belangrijke rol. De Franse koningen wilden het gebied graag inlijven, maar tegelijkertijd zocht de Rooms-Koning, Maximiliaan (die later, in 1508, de keizerstitel zou ontvangen), in Bretagne een bondgenoot voor zijn strijd tegen Frankrijk. In 1488 was de hertog van Bretagne onverwacht overleden. Zijn enige kind, Anne, continueerde het onafhankelijkheidsstreven van haar vader. In 1490 trouwden Anne en Maximiliaan bij volmacht: voor beiden een politiek aantrekkelijk verbond. In de loop van 1491 trok de Franse koning met succes tegen Bretagne op. Maximiliaan kon op dat moment niet veel uitrichten, omdat hij in een oorlog met Hongarije verwikkeld was. Aanvankelijk garandeerde Charles viii Anne een vrijgeleide om naar Maximiliaan te gaan, maar al spoedig bleek dat hijzelf met Anne wilde trouwen. Dat was ook voor Anne een interessante optie, omdat daardoor de vrede met Frankrijk gegarandeerd zou zijn. En zo geschiedde: op 6 december 1491 werd het huwelijk tussen Charles viii en Anne van Bretagne gesloten. De hele affaire betekende voor Maximiliaan een dubbele vernedering: niet alleen werd zijn echtgenote hem ontnomen, maar bovendien was Charles verloofd geweest met Margareta, de dochter van Maximiliaan. Om met Anne te kunnen trouwen had de koning echter de verloving door de paus laten ontbinden en het elfjarige meisje naar haar vader teruggestuurd. De hele gang van zaken heeft indertijd veel opschudding veroorzaakt en er zijn tal van pamfletten over de zogenaamde Bretonse bruidsroof verschenen. De titel van het historielied in het Antwerps Liedboek luidt Van Keyser Maximiliaen. Dat is opvallend, omdat hij in feite een kleine rol speelt: Anne is de hoofdpersoon. Het lied neemt duidelijk stelling in het conflict: het geeft stem aan de opvattingen die leefden bij de onderdanen van Maximiliaan (wat alleen al blijkt uit de woorden loven dat Roomsche rijck) en is dan ook van Duitse oorsprong. De hele politieke intrige is teruggebracht tot een menselijk drama in een vorm die typisch is voor verhalende liederen: een edel | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 279]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
joncfrou saert (2,2) ontmoet een harteloze koning en wordt tegen haar wil tot een huwelijk gedwongen.
Er is een tweede optekening van het lied overgeleverd in het Darfelder liederenhandschrift (Nederrijngebied, 1546-1565). Het is tamelijk bekend geweest, blijkens een aantal wijsaanduidingen voor liederen van doperse signatuur en voor enkele geuzenliederen, onder meer over de onthoofding van de Graaf van Egmont. Het bekendste doperse lied is Hoort toe ghy menschen op der eerden, dat ook weer ettelijke malen is aangehaald. De melodie vindt men bij Souterliedeken 141. De gelijke aanhef van het historielied Met luste willen wi singhen, / Schoon lief al bi der hant (al 109) heeft het misverstand in de hand gewerkt dat beide liederen dezelfde melodie zouden hebben, maar dit is onjuist: al 115 heeft zeven versregels, al 109 acht. Literatuur: Van Duyse 1903-1908, dl. 2, p. 1549-1552; Van de Graft 1904, p. 113-120; Vellekoop en Gerritsen 1972, dl. 2, p. 86-87 en 213-214; Brednich 1976, p. 137-138 en 246-247; Brednich 1978; Joldersma 1982, dl. 2, p. 212-214; Vellekoop 1985; Wiesflecker 1991, p. 73-77 en 310-319; Komrij 1994, p. 452-455; Herchert 1996, p. 62-63; Repertorium 2001, t4603, m0531; Joldersma en Van der Poel 2005. |
|