111 Mijn herte is mijn in tween geclooft
Liefdesklacht. Een minnaar lijdt door de liefde en krijgt geen hulp van zijn beminde, maar zij heeft daar haar redenen voor.
1,3 |
meester: arts |
|
gelooft: neem dat maar aan |
1,4 |
derf oorconden: zou durven zeggen |
1,7 |
Troost: Helpt |
1,8 |
drucke: verdriet |
2,1 |
cruyt: geneeskrachtige plant |
2,4 |
connen gheven bate: zou kunnen genezen |
2,5 |
gaet boven maten: die uitzonderlijk goed is (apokoinou-constructie) |
3,5 |
Eens sjaers: Gedurende een jaar |
3,7 |
schijn: toestand |
4,1 |
Als ik iets misdaan had, dan zou het me spijten (deze regel lijkt corrupt, mogelijk te lezen als het waer recht: ‘het zou terecht zijn’) |
4,2 |
Dat vrouwe Venus me zou straffen |
4,3 |
haer: (nl. van de geliefde) |
4,4 |
gestadich: onafgebroken |
4,6 |
wel te passe: zoals het hoort |
4,7 |
onreden: een onredelijke manier van doen |
5,3 |
Winst te verkiezen boven verlies |
5,4 |
Als u volhardend had willen zijn ten opzichte van mij |
In dit lied beklaagt een ongelukkige minnaar zich over de hachelijke situatie waarin hij verkeert. Daartoe wordt in de eerste drie strofen het bekende beeld van de liefde als gevaarlijke ziekte uitgebuit: omdat geen arts zijn gewonde hart genezen kan, heeft de ikfiguur om zijn geliefde gezonden, opdat zij hem een geneesmiddel zou kunnen geven (strofe 1). Er is namelijk geen enkel regulier medicijn dat hem helpen kan, alleen liefkens troost kan genezing bieden (strofe 2). Zelfs woorden alleen zullen niet genoeg zijn, en hij begrijpt ook niet wat hij heeft misdaan, nadat hij toch een jaar haar geliefde