Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar (2004)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar
Afbeelding van Het Antwerps liedboek. Deel 2. CommentaarToon afbeelding van titelpagina van Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.01 MB)

Scans (39.50 MB)

ebook (5.88 MB)

XML (1.57 MB)

tekstbestand






Editeurs

Dirk Geirnaert

Louis Peter Grijp

Hermina Joldersma

J.B. Oosterman

Dieuwke E. van der Poel



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar

(2004)–Anoniem Antwerps liedboek–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

43 Een nyeu liet wil ic beghinnen

Na de verzuchtingen van een minnaar in een liefdesklacht, blijken de geliefden toch samen te komen; als er een kind op komst is, bevestigt hij zijn trouw.

1,2 al met gansscher duecht: in alle deugdzaamheid
1,5 bevanghen: aan zich gebonden
1,6 Plotseling
1,7 Al is ze wreed voor mij
1,9 doorwont: dodelijk verwondt

[pagina 122]
[p. 122]

2,1 suyver bloemken reyne: zuiver, voortreffelijk bloempje (gebruikelijke omschrijving voor een vrouw)
2,3 zijt: bent het
2,4 u mijn jonste bie: bied u mijn genegenheid aan
2,5 Om u ben ik bedroefd
2,7 Als u niet de mijne zou worden
2,8 Zo lijkt mijn hart te breken
2,9 noyt en: ooit
3,5 gaen vermeyden: buiten in de natuur gaan vermaken
3,6 dat vroulic graen: die allervoortreffelijkste vrouw
3,8 Maria wil: Moge Maria
4,1 eglentier: wilde roos
4,2 balsomeye: balsemboom
4,6 Tot later
4,8 vruecht orboren: vreugde genieten
4,9 En genoeglijk samenzijn
5,2 witser: witte
5,3 te loone: als beloning
5,5-7 (De man is aan het woord)
5,6 (Samen met iemand den coelen wijn drinken was een teken van genegenheid)
5,7 Ondanck: Ondanks
  maghen: familie (gezamelijke bloedverwanten)
5,8-9 (De vrouw is aan het woord)
6 (De man is aan het woord)
6,1 mi ghewaghen: wat ik u te vertellen heb
6,5 laten: in de steek laten
6,6 also quaet: er ook zo ongelukkig over
6,7 uut caritaten: uit naastenliefde
6,8 coemt mi te baten: komt mij te hulp
7,2 een ruyter fijn: een leuke kerel
7,3 also slechte: met eenvoudige oprechtheid
7,6 mer lancx so meer: hoe langer hoe meer (de formulering is ongebruikelijk: men zou verwachten: so lancx so meer)
7,7 Moge God de tongen van de kwaadaardige roddelaars verlammen
7,8 bedwonghen: in bedwang gehad
7,9 pays: vrede

Een nyeu liet wil ic beghinnen opent als een klacht over de afwezigheid van de beminde. In de vierde strofe wordt naar een afronding toegewerkt door de herhaling van Adieu, gecombineerd met een vergelijking van de geliefde

[pagina 123]
[p. 123]

met verschillende bloemen: dit alles geheel in de trant van de rederijkers (zie bijvoorbeeld al 7:1 en 117:6). Maar anders dan men zou verwachten, is het lied helemaal niet afgelopen: er volgen nog drie strofen, waarvan vooral strofe 5 een heel andere stijl vertegenwoordigt dan het voorgaande door de vaste formules die vooral bij mondeling overgeleverde liederen horen (zie bijvoorbeeld voor 5,1-2: al 22:6,1-2; 29:6,1-2; 97:2,1-2; 102:3,1-2; 129:5,1-2; 162:9,1-2 en voor 5,3-4: al 22:10,1-3; 129:6,1-3). Zo staan in dit lied twee verschillende stijlen bijeen. Het is vooralsnog niet uit te maken of hier twee liederen zijn samengevoegd of dat de dichter een bewust spel met literaire conventies speelde.

 

Het lied is alleen bekend uit het Antwerps Liedboek, hoewel het op tekstniveau wel enige overeenkomsten heeft met al 117 en 172. De strofevorm komt overeen met O radt van Avontueren (al 125), op welke melodie het dan ook gezongen kan worden. Maar er zijn ook andere melodieën die naadloos passen, zoals die van In Oostlant wil ic varen (al 97). Met andere woorden, de strofevorm is niet erg karakteristiek, zodat het bij gebrek aan meer aanwijzingen niet mogelijk is te bepalen op welke melodie de tekst van Een nyeu liet indertijd gezongen is.

Literatuur: Houtsma 1981; Repertorium 2001, t1682.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken