Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar
(2004)–Anoniem Antwerps liedboek– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 116]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Dit liefdeslied laat een eigen geluid horen door de uitgebreide, deels metaforische, lofzang op lichamelijk genot, vervat in een mooi uitgewerkte vorm. De inhoud behoeft niet veel uitleg: de dichter vertelt in strofe 1-3 over zijn eigen ervaring met een jonge vrouw met wie hij de hele nacht moedernaect doorbracht, weidt dan uit over vreugden van de liefde (strofe 4-5), en pakt op vakkundige manier uit over de storende nijders (strofe 7). Opvallend is dat erotiek als ‘natuurlijk’ wordt aangeprezen (4,3 en 4,5). Strofe 6 is gericht tot minnaers ende roziers, een subtiele toespeling op de rederijkerskamer van Dendermonde (zie ook 8,5), die De Roziers heette. De bekende spreuk Door die onconstighe gaet die conste verloren (vgl. 6,7-8) heeft dus zowel op de liefdes- als op de dichtkunst betrekking. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 117]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Als rederijkerskenmerken kunnen nog genoemd worden de kunstige uitwerking van verschillende beelden (liefdesspel als gezang en snarenspel in 2,2-3; de rozenmetaforen in 2,8, 5,4, 6,1), het consequent uitgevoerde rijmschema en de speelse toepassing van de zangerstrofe (8). In strofe 3 ontbreekt een regel: op grond van het rijmschema is het waarschijnlijk dat het ontbrekende vers voor of na regel 6 gestaan heeft. Helaas zijn er geen andere versies van dit lied bekend, zodat we niet weten hoe dat vers luidde. Ook van de melodie ontbreekt ieder spoor. Literatuur: Herchert 1996, p. 212 en 216; Repertorium 2001, t1588. |
|