aanbedene vraagt, lijkt wat uit de toon te vallen, maar zo'n strofe in mineur hoorde ook bij de vereisten van het genre.
al 36 komt nog een tweede keer in de bundel voor, namelijk als al 212. De verschillen tussen de twee versies betreffen bijna uitsluitend de spelling (zie de commentaar bij al 212).
Een venusdierken moet tot aan het begin van de zeventiende eeuw gezongen zijn geweest. De liedtekst is viermaal elders overgeleverd en er is een zevental geestelijke contrafacten bekend die het lied in de wijsaanduiding noemen, zowel uit katholieke als protestantse hoek. Een daarvan, het nieuwjaarslied Ontwaeckt (n)u Israel doet op u ooren, is zelf heel bekend geworden. Van Een venusdierken zijn drie meerstemmige zettingen bekend, onder meer in een Duitse muziekdruk (Egenolff, 1535). Ook zijn er bewerkingen voor de luit en de citer overgeleverd.
De melodie is tientallen malen in de contrafactuur gebruikt en werd onder meer genoteerd in Fruytiers' Ecclesiasticus (1565, nr. 24).
Literatuur: Van Duyse 1903-1908, dl. 1, p. 556-559; Vellekoop en Gerritsen 1972, dl. 2, p. 26-27 en 152-153; Repertorium 2001, t1721, m0197.