22 Daer soude haer een maget vermeyden
Verhalend lied. Een jonge vrouw op zoek naar een liefdesavontuur wordt verkracht, maar de situatie keert zich toch ten goede.
1,1 |
Een jonge vrouw wou liefdesvermaak in de natuur zoeken |
1,3-4 |
(Bekende omschrijving voor ‘buiten in de natuur een erotisch avontuur hebben’) |
2,2 |
welgheboren: van edele afkomst |
4,1 |
Dats: (kan onvertaald blijven) |
|
bonte cleyder: vrolijk gekleurde kleding |
4,4 |
schiet: afscheid neemt |
7,1 |
hubsche: knappe |
7,2 |
Zijn lust bevredigd had |
8,4 |
badt gedaen: beter gehandeld |
9,1 |
streec: schoof |
9,2 |
vingherlijn: ringetje |
12,3 |
breyden: vlechten |
Een jonge vrouw is op zoek naar een liefdesavontuur, maar dat eindigt anders dan ze zich had voorgesteld: het is een vaker voorkomend thema in het laatmiddeleeuwse lied. De maker van dit lied kon daardoor handig gebruik maken van zwerfstrofen en vaste formules als belangrijke bouwstenen van het verhaal. Vooral de overeenkomsten met al 129 zijn opvallend: de verkrachting (strofe 6, vgl. 129:5), het kind (strofe 10, vgl. 129:6), de bevestiging van stereotiepe bezigheden voor een jongen of een meisje (strofe 11 en 12, vgl. 129:7 en 8), en zelfs de zangerstrofe (strofe 13 in beide liederen).
Wel heeft ieder lied unieke elementen. In al 22 zijn het de woede van het meisje en haar duidelijke keuze voor haar eer, ook al zou dat het verlies van haar bonte cleyder betekenen (strofe 5). Waarom maakt ze zich zo boos, terwijl de eerste strofe toch een bekende rechtvaardiging en vergoelijking van verkrachting verwoordt: ‘ze was erop uit’? Het antwoord ligt in het standsverschil tussen een maget en een welgheboren man, een standsverschil dat door herhaling benadrukt wordt (2,2; 3,2; 5,2; ook hubsche ridder in 7,1). Bij zo'n standsverschil loopt een meisje een groot gevaar: de man doet sijn willecken (een bekend eufemisme voor de coïtus vanuit een mannelijk perspectief) en bekommert zich niet om de gevolgen daarvan; zij verliest haar eer en blijft met een kind achter. Een avontuurtje met iemand van haar eigen stand zou op een blijvende verbintenis kunnen uitlopen, waardoor haar eer