Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar
(2004)–Anoniem Antwerps liedboek– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 77]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Van alle historieliederen uit het Antwerps Liedboek is dit lied waarschijnlijk het oudste: het beschrijft gebeurtenissen die plaatsvonden in 1337. In de langdurige oorlog tussen Frankrijk en Engeland koos de graaf van Vlaanderen partij voor Frankrijk, terwijl de Vlaamse steden zich schaarden aan de zijde van Engeland (waarvan ze afhankelijk waren voor de levering van wol voor de lakenindustrie). Naast de bekende Gentse leider Jacob van Artevelde, speelde ook Zeger van Kortrijk (eveneens een Gents burger) een voor- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 78]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
aanstaande rol in het verzet. Toen deze onderdak geboden had aan de gezant van de Engelse koning, liet de Vlaamse graaf hem oppakken (op 6 juli 1337). Over het exacte verdere verloop van de gebeurtenissen verschillen de historische bronnen. Zeker is dat Zeger uiteindelijk werd terechtgesteld, maar zelfs de plaats van zijn dood is onbekend. Met de wraak van de koning van Engeland (Edward iii) wordt gedoeld op de slag bij Cadzand op 14 november van hetzelfde jaar. Zegers politieke daden worden beschreven in termen van een liefdesrelatie: de dochter bij wie hij wil slapen (strofe 4) is waarschijnlijk de stad Gent (het was namelijk niet ongewoon om een stad als een maagd aan te duiden). Strofe 10 is misschien later toegevoegd door iemand die strofe 4 letterlijk had opgevat en meende dat de liefde voor de dochter van de graaf Zegers ondergang betekend had. Het is echter ook mogelijk strofe 10 eveneens figuurlijk op te vatten, dan zou de betekenis zijn: men moet met zijn loyaliteiten voorzichtig zijn en zich niet door mooie steden (vrouwen) laten verleiden. In strofe 13 is het rijm van de tweede en de vierde regel niet zuiver. Mogelijk luidde de lezing van de tweede regel: Haer en was niet badt bevolen (‘Aan hen (de Engelse soldaten) was niets beter toevertrouwd dan ervoor te zorgen...’).
Cort Rozijn moet een zekere verspreiding hebben gehad, getuige drie andere bronnen waarin de tekst voorkomt (een Gents handschrift van 1565, de Amoreuse liedekens van na 1613 en het Haerlems oudt liedtboeck uit de eerste helft van de zeventiende eeuw). Het lied wordt in twee wijsaanduidingen genoemd, in beide gevallen voor schriftuurlijk liederen (1559, 1569). De melodie is onbekend. Literatuur: Van de Graft 1904, p. 62-69; Vellekoop 1985; Repertorium 2001, t4161. |
|