12 Adieu Antwerpen, ghenoechlijc pleyn
Afscheidslied. Een zeeman neemt afscheid, zowel van Antwerpen als van zijn geliefde.
1,1 |
ghenoechlijc pleyn: aangename plaats |
1,3 |
tliefste greyn: de dierbaarste schat |
1,4 |
Moge God mijn geliefde beschermen |
2,1 |
uuten lande varen: het land verlaten |
2,2 |
Al in het komende jaar |
2,3 |
Hoe dikwijls raak ik van streek |
2,4 |
een: als een |
3,1 |
over: op |
3,4 |
temale bederven: geheel en al te gronde gaan |
4,1 |
voeret mijnen schilt: kom voor mij op (eig. draag mijn wapen) |
4,2 |
Aen: Tot |
4,3 |
Help me mijn geliefde te krijgen |
4,4 |
staet mi nu te stade: kom mij nu te hulp |
5,1 |
mijn loon is cranck: mijn beloning is pover |
5,4 |
goet: bezit |
|
core ic: zou ik verkiezen |
6,1 |
lacen: helaas |
6,2 |
Des: Daarom |
7,2 |
hevet: heeft het |
7,4 |
God moge afgunstige roddelaars te gronde richten |
Dit lied bevat de bekende elementen van een liefdesklacht: het verdriet veroorzaakt door het afscheid van de geliefde, de aanroeping van God en later ook van Venus, het onpeilbare verdriet dat tot de dood kan leiden, na verloop van de tijd de ontdekking dat zij een ander heeft, de desondanks onwankelbare trouw en de verachting voor de nijders. Toch heeft het lied ook een eigen toon, die misschien iets zegt over de achterliggende historische