Het Antwerps liedboek. Deel 1. Teksteditie(2004)–Anoniem Antwerps liedboek– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 470] [p. 470] 210 Een nyeu liedeken [Commentaar] 1 Bourgoensche herten, wilt u verblijden En scaffet eenen huebschen moet! Elck help den Keyser vromelijc strijen Met alle zijn edelen goet, Want hi is comen na dat Gentse pleyn En voort al na Antwerpen certeyn, Comt hi die borgers vercloecken, Borgoense herten in allen hoecken. 2 Hy heeft voor Landerci gheleghen Met menighen vromen man. Al en heeft hijt doen niet gecreghen, Daer en leit nu niet veel an: Landurcy sal noch tzijnen besten zijn. Elck Borgoensman, op dit termijn, Wilt vrolijck jubeleren, Met onsen Keyser wilt triumpheren! 3 Die Fransoysen hebben daer gelaten Bussen, poeyer ende clooten goet. Landerci hebben si verlaten Met alle dat Franse bloet. Die Fransoysen zijn comen al met gewelt, Den Keyser heeft hem in een slachoorden gestelt En heeft die Fransoysen verdreven; Vele hebbender gelaten haer leven. 4 Die Fransen meynden int gemeyne, Dat onsen edelen Keyser was doot. Die Torck, Fransoysen, groot en cleyne, Wordent geware - verstaget den cloot! - Want hise beschiet met pulver en bly, Den Fransman moest wijken - verstaget wel mi! - Met alle zijn ondersaten. Torcken en Fransoysen most hi daer laten. [pagina 471] [p. 471] 5 Den Dolfijn heeft daer gelaten Silver en daertoe roode gout. Merten van Rossum quam te baten Den edelen Keyser seer stout. Den grave van Bueren, stout, edel en coen, Die hielp daer menigen Fransen man ontdoen, Menigen Turck van onwerden, Te voet ende ooc te perden. 6 Die Fransoysen hadden haer vermeten In alle so corten stont, Qualijck hebben si haer gequeten: Si liepen van daer, goet ront, Daer den Fransen coninc af heeft bescheit! Hi heeft ons gedaen so menich leyt, Al met die valsche Turcken, Wi en achten zijn pochen noch snorcken! 7 Den coninc had hem vermeten Met alle zijnen staet: Hi meynde ons hebben verbeten, Maer hi is comen te laet! Dies hi keeren moet binnen cort termijn En eeren onsen Keyser fijn, Also daer is beschreven, Door Godlijcke propheten verheven. 8 Loef God al van hier boven, Gheeft Hem prijs, eer en daertoe danc! Laet ons den Keyser loven Al nae der propheten sanck, Die gescreven hebben over menighen tijt, Dat onsen Keyser sonder verwijt Soude triumpheren over zijn vyanden, Turcken, Franchoysen brengen ter schanden. Vorige Volgende