Het Antwerps Liedboek. 87 Melodieën uit 'Een schoon liedekens-boeck' van 1544. Deel 2. Commentaar

[p. 76]

52 Ick seg adieu
AL C

Lit.: FvD I, p. 690; MM, p. 182.

Bronnen:
Sl 65 Nae die wise Ick seg adieu / wij twee wij moeten scheyden.

Vro - lijc en bly Loeft God ghi aert - - sche
scha - - ren
Gheeft hem glo- ry Sijn lof wilt o - - pen -
ba - - ren.
Tot God wilt spre-ken groot en
cleyn Won-der- lijc zijn v wer- cken reyn Int
swe - relts pleyn Maer dit cer - teyn Ver -
sa - ken die lo - - ghe-na - - ren.

^1)2)3)4)

Eccl., p. 62-63. Het XXVII. Liedeken, op de wyse, Ick segh adieu, &c.

1) Eccl. f

2) Eccl.

3) Eccl. , geen

4) Eccl.

[p. 77]

DEPB LXVIII (Sch., p. 92). Dit is die wise Ick seg adieu

O doot o doot / v macht gaet bo-uen scre- -uen V
cracht is groot / die v God heeft ghe- ghe- -uen Ghi
ne-met al in v ghewout Hoe rijc/hoe sterck/hoe vroom/hoe
stout/Hoe ionck/hoe out/hoe ionc/hoe out/Ghi be-ne-met haer
al-len dle-uen Ghi be-ne-met haer al - len dle- - uen.

De door de contrafacten voorgeschreven herhaling van de voorlaatste regel ontbreekt in AL.

Voor een meerstemmige versie vgl. Lenaerts, p. 66.